NL
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES EN WAARSCHUWINGEN
•
Hete pannen en potten mogen resp. te dicht bij de sensortoetsen worden geplaatst, omdat hierdoor de
apparaat automatisch uitschakelen.
•
Plaats de pan net zo dichtbij tot de centrum van de Koken zone net zo mogelijk.
•
Gebruik indien mogelijk de achterkant kookzones voor grote pannen zodat de sensortoetsen niet worden
opgewarmd te veel (touch control oververhit; foutmelding E2, touch control afgebroken).
•
Activeren de kindveilig op slot doen als daar zijn elk huisdieren in de huis, welke kon maken contact met de kookplaat.
•
De inductie kookplaat kunnen niet zijn gebruikt wanneer pyrolyse operatie is nemen plaats in a ingebouwd oven.
•
Doen niet plaats potten Aan de lucht inlaat klep.
•
Nooit schoon de glas keramiek kookplaat met a stoom- schoonmaker of vergelijkbaar apparaat!
•
Zorg ervoor dat er zich geen voorwerpen (bijv. poetsdoeken) direct naast de kookplaatafzuiging bevinden.
Ze kunnen door de luchtstroom worden aangezogen. Vloeistoffen en kleine voorwerpen moeten altijd uit de
buurt van het apparaat worden gehouden.
•
Doen niet bedienen de apparaat zonder vet filters.
•
Filters met te veel dik borg oorzaak vuur gevaar!
•
Constante overzicht is essentieel wanneer frituren; flamberen is niet toegestaan.
•
Bij gebruik van hout-, kolen-, gas- of oliekachels die een schoorsteen nodig hebben, moet voldoende
luchttoevoer aanwezig zijn. De toelaatbare onderdruk die ontstaat door de kap op de plaats van de kachels
die een schoorsteen nodig hebben, mag niet hoger zijn dan 4 Pa (0,04 mbar), aangezien dit een risico op
vergiftiging met zich meebrengt
2.3
Voor personen
•
Deze apparaten mogen worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door personen met
lichamelijke, zintuiglijke of mentale beperkingen of door personen die geen ervaring en/of knowhow hebben,
mits ze onder toezicht staan of zijn geïnstrueerd in het veilige gebruik van het apparaat en hebben begreep
de risico's met betrekking tot de apparaat. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en
onderhoud door de gebruiker mogen alleen worden uitgevoerd door kinderen onder toezicht.
•
De oppervlakken van de verwarmings- en kookzones worden heet tijdens het gebruik. Houd kleine kinderen
altijd uit de buurt .
•
Er mogen alleen kookplaatbeschermingsroosters en kookplaatafdekkingen worden gebruikt die zijn
geproduceerd door de fabrikant van de kookplaat of iemand die door de fabrikant is geautoriseerd in de
gebruiksaanwijzing. Het gebruik van ongeschikte kookplaatbeschermingsroosters en kookplaatafdekkingen
kan tot ongelukken leiden.
•
Personen met pacemakers of geïmplanteerde insulinepompen moeten ervoor zorgen dat hun implantaten
niet worden aangetast door de inductiekookplaat (het frequentiebereik van de inductiekookplaat is 20-50
kHz).
•
Om de pannen van de ene kookzone naar de andere te verplaatsen, sleep ze niet over het glasoppervlak:
gevaar voor krassen op het glas of tegen de luchtinlaatklep!
.
27
3