Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Algemene Montagerichtlijnen; Montagepositie En -Plaats; Statische Voorwaarden Voor De Montagesets; Leveringsomvang Collector, Vereiste Toebehoren - Consolar TUBO 12 CPC Montage- En Gebruikshandleiding

De vacuümbuizencollector
Inhoudsopgave

Advertenties

TDMA TUBO 12 CPC
7 Algemene
montagerichtlijnen

7.1 Montagepositie en -plaats

De collectoren worden schuin (30° - 90°), met de
verzamelbuis onderaan gemonteerd.
Een horizontale, niet opstaande montage, bv. op een plat
dak, is normaal gezien niet mogelijk, aangezien vuil en
sneeuw dan op de modules zouden blijven liggen.
Verticale montage (90°) tegen een gevel of horizontale
plaatsing van de buizen wordt omwille van de vervuiling
van de reflectoren afgeraden indien de collectoren niet
aan regen blootgesteld zijn of regelmatig handmatig
afgespoeld worden.

7.2 Statische voorwaarden voor de montagesets

De montagesets voldoen aan alle voorwaarden
betreffende statische belasting voor volgende
omstandigheden:
Dakhelling tussen 30° en 60°
Montagehoogte een kleine 20 m boven de grond
De collectoren bevinden zich niet in een rand- of
hoekzone, zoals beschreven in DIN 1055, deel 4
De sneeuwbelasting bij de set voor opdakmontage
bedraagt hoogstens 0,75 kN/m
sneeuwbelastingszone I tot 500 m boven het zeeniveau,
sneeuwbelastingszone II tot 400 m boven het zeeniveau,
sneeuwbelastingszone III tot 300 m boven het
zeeniveau)
De sneeuwbelasting bij de set voor opstaande, platdak-
en gevelmontage bedraagt hoogstens 1,4 kN/m
overeen met sneeuwbelastingszone II tot 600 m boven
het zeeniveau, sneeuwbelastingszone III tot 500 m
boven het zeeniveau, sneeuwbelastingszone IV tot 300
m boven het zeeniveau). De max. afstand van de
driehoeken voor opstaande montage bedraagt daarbij
80 cm. De daarvoor noodzakelijke oplegkrachten (2 per
driehoek) bedragen 2,5 kN bij opstaande montage op
plat dak en 1,3 kN bij opstaande montage op schuin
dak.
Bij omstandigheden die daarvan afwijken, moet de nodige
statische belasting berekend worden. Indien nodig, moeten
de hieronder aangegeven toegelaten afstanden tussen de
verankeringshaken en de toegelaten uitsprong van de
profielen verkleind worden.
2
(komt overeen met
2
(komt
7.3 Leveringsomvang collector, vereiste
toebehoren
1 collectormodule (zonder deksel verzamelbuis)
1 Technische Documentatie en 1 Montage- en
Gebruikshandleiding per collectorkist
Voor de montage van de collector zijn er telkens
montagesets voor:
Opdak
Met helling (opstaand)
Plat dak / Gevel
OPMERKING
De respectievelijke montagesets bevatten het deksel
van de verzamelbuis en de koppelingen voor de
collectormodules. Indien u de collectoren zonder
montageset koopt, bestel dan ook het deksel voor de
verzamelbuis + toebehoren. Tot 3 modules kunnen met
één deksel afgedekt worden.
Voor de aansluiting van het buizenwerk heeft u voor elk
collectorveld het volgende nodig:
Een aansluitingsset (KR042)
Verder heeft u dakdoorvoeringen en aansluitings- en
verbindingsleidingen nodig (niet in de leveringsomvang).
Aanbevolen wegens bestand tegen hoge temperaturen:
ISOCONNECT HT-set (LE005, LE015 en LE025) incl.
koppelingen, zie prijslijst.
8 Veiligheidsvoorschriften en
gevaren
De desbetreffende veiligheidsvoorschriften (DIN 4757 o.a.,
gas-, water-, elektriciteitsmaatschappij,
ongevallenverzekering, etc.) moeten in acht genomen
worden.
Ladders altijd tegen veilige steunpunten plaatsen en
beveiligen tegen inzakken, omvallen of wegglijden.
Ladders in een verkeerszone d.m.v. afsluitingen beveiligen.
Beschadigde ladders niet gebruiken (en niet herstellen).
Op het dak beveiligingen tegen vallen of opvanginstallaties
gebruiken, of werken met een aan een vast punt
vastgemaakt veiligheidsharnas.
Elektrische leidingen die bij de montage van een collector
aangeraakt kunnen worden, moeten door het
verantwoordelijke elektriciteitsbedrijf zonder spanning
gezet of afgedekt worden.
Noodzakelijke veiligheidsafstanden tussen leidingen onder
spanning en de werkzone van de arbeider:
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave