n
Connect ID 32-55
Gebruiksaanwijzing
Glossarium
M
MAC-adres: Hardware adres van een netwerkadapter, bijv. de netwerk-
kaart in de PC. Dit adres wordt door de fabrikant toegekend en dient
voor de unieke identificatie van apparaten in netwerken.
Mbit/sec: Aanduiding van de overdrachtssnelheid in netwerken in
megabits, dus miljoenen tekens, per seconde. Bij WLAN bedraagt de
maximale snelheid 11 (IEEE 802.11b), 54 (IEEE 802.11g) of 300 (IEEE
802.11n) Mbit/sec, in netwerken met draadverbinding 10 Mbit/sec of
100 Mbit/sec (Fast Ethernet).
Mediaserver: Staat enerzijds voor het apparaat, waarop de multimedia
bestanden opgeslagen zijn, anderzijds is het ook de aanduiding voor
de daarop draaiende service die deze gegevens voor het netwerk be-
schikbaar stelt.
Modulator: Zender in de video- of DVD-recorder, om signalen via de
tuner van het tv-toestel te kunnen ontvangen.
Mono: Eenkanalig geluid.
MPEG: Digitaal comprimeringsprocédé voor video.
MP3: Bestandsformaat voor gecomprimeerde audiogegevens.
Multimediabestand: Video's, muziekbestanden en foto's worden onder
dit begrip samengevat.
N
NAS: Afkorting voor Network Attached Storage. Vertaling: aan het
netwerk gekoppeld opslagmedium. De uitdrukking beschrijft een harde
schijf die zelfstandig, dus zonder PC aan het netwerk gekoppeld is.
Netwerk met draadverbinding: zie LAN.
Netwerk-ID: Met NID wordt het zogenaamde programmakengetal of
netwerk-ID bedoeld - een getal tussen 0 en 8191. In bepaalde kabel-
netten in sommige landen is dit ID vereist. Er worden dan uitsluitend
DVB-signalen van dat zendernetwerk gezocht.
NICAM: Geluidsnorm. Wordt gebruikt in België, Denemarken, Engeland,
Frankrijk, Spanje en Zweden.
NTSC: Amerikaanse kleurennorm.
P
Page Catching: Bij Teletekst een paginanummer oproepen.
PAL: Europese kleurnorm.
PCM: Puls-Code-Modulation voor digitaal geluid.
PIP: Picture in Picture (Engels voor Beeld-in-beeld); een functie die twee
beelden op één beeldscherm weergeeft.
Pixel: Ook beeldpunt of beeldelement genoemd. Betekent zowel de
kleinste eenheid van een digitale rastergrafiek als de weergave daarvan
op een beeldscherm met rasteraanduiding.
Pixelfout: Een pixelfout is een gebrekkige pixel, meestal op een lcd.
Pixelfouten kunnen ontstaan door fabrieksfouten. Ze komen bijvoorbeeld
tot uiting in een voortdurend oplichtende pixel of een voortdurend
zwarte pixel. Afzonderlijke defecte pixels worden echter niet gedekt
door de garantie.
PNG: Afkorting voor Portable Network Graphics, een vrij verkrijgbaar
grafisch rasterformaat voor verliesvrije comprimering.
Poort: Een poort is een deel van een netwerkadres (of ook IP-adres).
Het maakt de toekenning van datapakketten aan verschillende diensten
mogelijk die op een apparaat onder hetzelfde netwerkadres draaien.
Powerline: Powerline is een type van kabelnetwerkverbinding waarbij
er via als optie verkrijgbare adapters gegevens via het elektriciteitsnet
van de woning kunnen worden overgedragen.
Progressieve JPEG: Progressieve JPEG's worden stapsgewijs (geleidelijk)
opgebouwd. Tijdens het laden wordt de kwaliteit van de afbeelding
steeds beter.
- 150 -
ProScan/Progressive Scan: Onder Progressive Scan (Engels voor »ge-
leidelijke aftasting«, afgekort tot: PS) of volbeeldprocédé wordt een
techniek van beeldopbouw van monitoren, tv-toestellen, beamers en
andere weergaveapparatuur verstaan, waarbij het weergaveapparaat
– in tegenstelling tot bij de Interlace-techniek – geen geïnterligneerde
halve beelden ontvangt, maar wel echte volledige beelden.
PSK: Houdt verband met WLAN-encrypties voor pre-shared key. Verta-
ling: vooraf gedeelde sleutel. Clienten die verbinding willen maken met
een door een PSK beveiligd draadloos netwerk, moeten deze sleutel
kennen.
R
Router: Apparaat voor het verbinden van meerdere netten, bijv. thuis-
netwerk en Internet.
RGB: Kleursignalen rood, groen en blauw.
S
Satelliettuner: Ontvanger voor satellietuitzendingen.
Schakelspanning: Videoapparaten sturen deze spanning naar het tv-
toestel om het tv-toestel op weergave om te schakelen.
SDTV: Standard Definition TeleVision (Engels voor televisie in standaard-
kwaliteit).
SECAM: Franse kleurennorm.
Set-Top-Box: De naam Set-Top-Box (afgekort tot STB) wordt binnen de
amusementselektronica gebruikt voor een apparaat dat op een ander
apparaat, meestal een tv-toestel, wordt aangesloten om de gebruiker
extra mogelijkheden te bieden.
Signaalingangsgroepen: Afhankelijk van het aanwezige signaal worden
de signaalbronnen in verschillende groepen ingedeeld. Hieronder vindt
u alle signaalingangsgroepen met hun bijbehorende signaaltypes en
mogelijke ingangen.
TV analoog:
Signaaltype: FBAS, YC, RGB-SD (480i/576i), Component-SD (480i/576i)
Ingang:
Tuner analoog, AV, AVS
TV digitaal:
Signaaltype: DVB-SD, HDMI-SD (480i/576i)
Ingang:
Tuner digitaal, HDMI1, HDMI2, HDMI3
HD analoog:
Signaaltype: RGB-HD (video mode: bijv.1920x1080, 1280x720),
Component-HD (video modes: bijv.1920x1080, 1280x720)
Ingang:
PC IN
HD digitaal:
Signaaltype: DVB-HD, HDMI-HD
Ingang:
Tuner digitaal, HDMI1, HDMI2, HDMI3
PC:
Signaaltype: RGB
(PC modes: bijv. 800x600, 1024x768, 1280x1024, 1360x768)
Ingang:
PC IN
PhotoViewer:
Ingang:
USB
Signaalsterkte: Sterkte van het ontvangen antennesignaal.
Signaalkwaliteit: Kwaliteit van het binnenkomende antennesignaal.
Smart Card: De Smart Card is een elektronische chipkaart die door de
betreffende programma-aanbieder of door de certificeringsvrije Pay-TV-
operatoren wordt afgeleverd. Ze bevat de code die door de CA-module
wordt gedecodeerd.
Statische contrastverhouding: Geeft het verschil aan tussen de meest
lichte en de meest donkere beeldweergave.
Stereo: Tweekanalig geluid.
Switch: Apparaat voor de koppeling van meerdere PC's aan een netwerk.
Symboolsnelheid: Geeft de overdrachtssnelheid aan bij een gegevens-
overdracht.