User Style-mode
Mix-mode, wat dus betekent dat de verplaatste Events
de oorspronkelijke Events op die plaats niet overschrij-
ven.
Execute (Part Select [UPPER1]): Druk op Part Select
[UPPER1] om uw instellingen te bevestigen en de
gekozen Events naar de nieuwe positie te doen verhui-
zen.
U zou nu op [F3] kunnen drukken om naar de Copy-
functie te springen of op [F4] om naar de eerste
Microscope Edit-pagina terug te keren.
Microscope Copy
A
Master-pagina: [F4] (UsrStl)
[SHIFT] + [F2] (Micro)
Part Select [M.DRUMS] (Proceed)
De Copy-functie dient voor het kopiëren van de gese-
lecteerde Events naar een andere positie. In zekere zin
is dit hetzelfde als het verplaatsen (Move) – alleen
worden de Events op de originele plaats niet gewist.
From, To: Zie hierboven voor meer details. Na het kie-
zen van de te kopiëren Events moet u op Part Select
[UPPER1] (Proceed) drukken om naar de tweede
Copy-pagina te springen:
De Into-positie slaat op de Bar/Beat/CPT-waarde waar
naartoe het eerste geselecteerde Event wordt geko-
pieerd. Stel de gewenste positie in met de [DRUMS/
PART]-, [ACCOMP/GROUP]- en [BASS/BANK]-
regelaar.
Ook hier is u de Copy Mix-melding waarschijnlijk niet
ontgaan. Net zoals op de tweede Move-pagina bete-
kent deze boodschap dat de te kopiëren data de origi-
nele data op de plaats van bestemming niet overschrij-
ven.
62
A
[SHIFT] + [F2] (Copy)
9.11 User Style Utility
De User Style Utility-mode biedt twee functies die u af
en toe wel een nodig hebt.
All Tracks Data Change
A
Master-pagina: [F4] (UsrStl)
[F4] (Utlty)
Met deze functie kunt u de Expression-, Reverb Send-,
en/of Chorus Send-waarde van alle User Style-sporen
(alle divisies, modes enz.) in één ruk veranderen. Dat
is bv. handig wanneer u het karakter van uw User Style
wilt wijzigen, omdat u bv. vindt dat deze waarden over
de hele linie te hoog of te laag zijn. Deze functie werkt
veel sneller dan het werken op de REC-pagina's, waar
u al deze waarden opnieuw zou moeten opnemen – en
wel voor alle sporen van alle divisies.
Dit zijn relatieve parameters, zodat u hetzij negatieve
(–) of positieve (+) waarden kunt instellen. De geko-
zen waarde wordt namelijk bij de opgenomen waar-
den opgeteld of ervan afgetrokken.
Express (–127~127): ([DRUMS/PART]) Expression
(CC11) is een ondergeschikte volumeparameter waar-
mee u het hoofd-volume van een spoor (CC07) kunt
wijzigen. Kies "0" als u de expressiewaarden niet wilt
veranderen.
Reverb: ([ACCOMP/GROUP]) Met deze parameter
kunt u de Reverb-diepte van alle Parts in dezelfde ver-
houding wijzigen. Kies "0" als u de Reverb-diepte niet
wilt veranderen.
Chorus: ([BASS/BANK]) Met deze parameter kunt u
de Chorus-diepte van alle Parts in dezelfde verhou-
ding wijzigen. Kies "0" als u de Chorus-diepte niet wilt
veranderen.
Execute: Stel de benodigde waarden in en druk dan op
Part Select [UPPER1] om deze globale verandering uit
te voeren.
A
[F1] (Chnge)