Veiligheidsvoorschriften en voorzorgsmaatregelen bij
het laadproces:
Laadmethodes
Sluit de stekker van de oplader aan op een standaard
stopcontact en sluit de uitvoerstekker van de oplader aan op
de laadpoort van de bedieningskast. Ook kan de accu voor
het opladen worden losgekoppeld en kan de interface op de
accubehuizing worden aangesloten.
WAARSCHUWING!
• Tijdens het opladen mag de rolstoel niet worden gebruikt.
• Laat de accu/het accupack tijdens het opladen niet zonder
toezicht.
• Laad de accu alleen op in ene goed geventileerde, droge en
stofvrije ruimte.
• Laad de accu niet op in de aanwezigheid of de nabijheid van
brandbare vloeistoffen of gassen.
• Stel de accu tijdens het laden niet bloot aan enige vorm van
vocht (water, regenwater, sneeuw, enz.).
• Laad de accu niet op in ruimten waar vocht de accu kan
beschadigen.
• De accu mag alleen worden opgeladen bij temperaturen
tussen 0 °C en 40 °C. Als u probeert om het laadproces
uit te voeren buiten dit temperatuurbereik zal het
accumechanisme het oplaadproces automatisch
uitschakelen.
• Gebruik alleen het daarvoor bestemde oplaadapparaat om
de accu op te laden. Uw gespecialiseerde dealer kan u de
relevante informatie verschaffen.
GEVAAR!
• Gebruikmaken van een ongeschikt oplaadapparaat kan
storingen veroorzaken en tot gevolg hebben dat de
levensduur van de accu beperkt wordt. Er bestaat ook
gevaar voor brand of explosie
• Wanneer de laadcyclus klaar is, haal dan eerst de stekker uit
het stopcontact voordat u de accu uit de oplader haalt.
• Zorg voor voldoende ventilatie zo gauw de accu is
opgeladen. In principe mag de accu alleen worden
opgeladen onder toezicht.
• Beschadigde accu's mogen niet opnieuw worden opgeladen
of worden gebruikt.
• Beschadigde accu-oplaadapparaten (schade aan de stekker,
behuizing of kabel) mogen niet worden gebruikt.
Veiligheidsvoorschriften en instructies hoe de accu te
vervoeren en verzenden:
• De accu bevat lithium-ion-cellen. Transport en verzending
van de accu zijn daarom onderworpen aan alle toepasselijke
wettelijke vereisten, die strikt moeten worden nageleefd.
Een kapotte accu mag bijvoorbeeld nooit per vliegtuig
worden vervoerd.
• Als uw accu kapot is, breng hem dan persoonlijk naar uw
gespecialiseerde dealer; het verzenden van lithium-ion-
accu's per post of andere vervoerswijze is onderworpen
aan strikte wet- en regelgeving. Nogmaals, we adviseren u
contact op te nemen met uw gespecialiseerde dealer.
• Aangezien de regelgeving ten aanzien van transport
jaarlijks wijzigt, raden we sterk aan te overleggen met uw
reisbureau, vliegtuig- of scheepvaartmaatschappij voordat
u op reis gaat, zodat u weet wat de actuele toepasselijke
regelgeving is. Een kapotte accu mag niet in een vliegtuig
worden meegenomen of in uw bagage worden gestopt.
Q50R
OPMERKING:
• Als de accu tijdens transport in uw aankoppelbike is
gemonteerd, gelden in overeenstemming met UN3171
soepeler transportregels.
• Zorg ervoor dat u de verpakking van de accu bewaart, voor
het geval u deze nodig hebt om de accu in te vervoeren.
• Bespreek het transport met uw gespecialiseerde dealer
voorafgaand aan verzending.
Veiligheidsvoorschriften en voorzorgsmaatregelen bij de
lader:
WAARSCHUWING!
• Lees voordat u begint met opladen eerst de bij de oplader
bijgesloten gebruiksaanwijzing en veiligheidsmaatregelen en
de onderstaande veiligheidsvoorschriften en informatie over
veiligheid.
• Gebruik alleen het daarvoor bestemde oplaadapparaat om
de accu op te laden. Uw gespecialiseerde dealer kan u de
relevante informatie verschaffen.
• We adviseren eerst de stekker uit het stopcontact te halen,
wanneer de laadcyclus klaar is, voordat u de accu uit de
oplader haalt.
• Stel de oplader tijdens het opladen niet bloot aan vocht
(water, regenwater, sneeuw, etc.).
• Laad de accu niet op in ruimtes waar vocht van invloed kan
zijn op de oplader.
• Wees alert op condensatie. Als de oplader vanuit een koude
ruimte in een warme ruimte wordt gebracht, kan condensatie
ontstaan. Gebruik in dat geval de accuoplader niet tot alle
condensatie verdwenen is. Merk op dat dit enkele uren kan
duren.
• Draag de oplader nooit aan de stroomkabel of aan de
opladerkabel.
• Trek nooit aan de stroomkabel om de oplader uit het
stopcontact te halen.
• Stel de kabel en stekker nooit bloot aan druk. Wanneer
de kabel te ver wordt uitgerekt, teveel wordt gebogen,
of wanneer hij bekneld raakt tussen een muur of een
raamkozijn, of wanneer er zware objecten op een kabel of
stekker worden geplaatst, kan dit leiden tot een elektrische
schok of brand.
• Leg de kabel en de hieraan gekoppelde oplaadkabel zodanig
neer dat niemand erop gaat staan of erover kan struikelen en
dat de kabels beschermd zijn tegen schadelijke gevolgen of
overbelasting.
• Gebruik de oplader niet als de stroomkabel, de oplaadkabel
of de stekkers van de kabels beschadigd is of zijn.
Beschadigde onderdelen moeten direct worden gerepareerd
door de erkende gespecialiseerde dealer.
• Gebruik de oplader niet en haal hem niet uit elkaar wanneer
hij een harde klap heeft gehad, gevallen is of op andere wijze
is beschadigd.
• De oplader mag niet door kinderen worden gebruikt.
• Probeer de oplader nooit uit elkaar te halen of te veranderen.
• Dek de oplader nooit af tijdens de oplaadcyclus en plaats
geen andere voorwerpen op het apparaat.
• Verbind de polen van de oplaadstekker nooit met metalen
voorwerpen.
• Controleer of de stekker goed in het stopcontact is gestoken.
• Raak de stekkers nooit met natte handen aan.
• Gebruik de stekker van de oplader en/of de hoofdstekker
niet als ze vies of nat zijn. Droog de stekker af met een droge
doek voordat u hem in het stopcontact steekt.
18
Rev.C | Nederlands