Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Auto Exposure-Bracketing (Aeb-Opname); De Helderheid Corrigeren (I-Contrast); Dynamic Range-Correctie (Dr-Correctie) - Canon PowerShot G1 X Mark II Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor PowerShot G1 X Mark II:
Inhoudsopgave

Advertenties

Auto Exposure-bracketing (AEB-opname)

Steeds als u een opname maakt, worden drie opeenvolgende beelden opgeslagen
met verschillende belichtingsniveaus (standaardbelichting, onderbelichting en
overbelichting). U kunt de mate van onder- of overbelichting aanpassen in stappen
van 1/3 in een bereik van –2 tot +2 (ten opzichte van standaardbelichting).
Selecteer [ ].
1
Druk op de knop <m>, selecteer [
menu en selecteer vervolgens [
Configureer de instelling.
2
Druk op de knop <l> en pas de
instelling aan door te drukken op de knoppen
<q><r> of door de regelaar <7> te draaien.
AEB-opname is alleen beschikbaar in de modus [!]
Continu-opnamen maken
(=
Wanneer belichtingscompensatie al in gebruik is
voor deze functie behandeld als het standaard belichtingsniveau voor deze functie.
U kunt het instellingenscherm van stap 2 ook openen door te drukken op de knop
<l> wanneer het belichtingscompensatiescherm
Er worden drie opnamen gemaakt, ongeacht het aantal dat is opgegeven in [$]
(=
42).
In de modus [Knipperdetectie]
(=
55) is deze functie alleen beschikbaar voor de
laatste opname.
Als u het instellingenscherm in stap 2 wilt openen, kunt u tikken op [
in stap 1 of tikken op [
] in het belichtingscompensatiescherm
U kunt deze instelling ook configureren door op de balk in het instellingenscherm in stap 2
te tikken of deze te slepen om een waarde op te geven en vervolgens op [
Foto's
] in het
]
(=
27).
(=
98).
97) is niet mogelijk in deze modus.
(=
80), wordt de opgegeven waarde
(=
80) wordt weergegeven.
] op het scherm
(=
80).
] te tikken.

De helderheid corrigeren (i-Contrast)

Voordat u een opname maakt, kunnen extreem heldere of donkere gebieden
(zoals gezichten of achtergronden) worden gedetecteerd en automatisch
worden aangepast aan de optimale helderheid.
Geef DR-correctie op om vervaagde highlights te vermijden. Geef
schaduwcorrectie op om beelddetails in schaduwen te behouden.
In sommige opnameomstandigheden kan de correctie onnauwkeurig
zijn of korrelige beelden veroorzaken.
U kunt ook bestaande beelden corrigeren

Dynamic Range-correctie (DR-correctie)

Verzacht heldere gebieden, die er anders vervaagd uit zouden kunnen zien,
als volgt.
Druk op de knop <m> en kies [
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Foto's
(=
136).
Foto's
] in het
27).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere
opnamemodi
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en
C2-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
84

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave