NEDERLANDS
6 TRANSPORT EN INSTALLATIE
6�1 VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
VOOR HET TRANSPORT EN DE
INSTALLATIE
De installatie van de kachel moet worden uitgevoerd
door een gekwalificeerd technicus, die aan de koper een
conformiteitsverklaring van de installatie moet afgeven.
De installateur aanvaardt de volledige aansprakelijkheid
van de installatie en de correcte werking van de kachel.
De plaats van installatie van de kachel moet zodanig
gekozen worden dat de gegenereerde warmte zich uniform
kan verspreiden in de ruimtes die men wil verwarmen.
Vermijd tijdens transport en opslag blootstelling aan regen
of aanhoudend vocht.
De kachel moet aangesloten worden op een enkel
rookafvoerkanaal dat de door de Fabrikant verklaarde trek
garandeert en voldoet aan de installatienormen voorzien
op de plaats van installatie.
De ruimte waar de kachel wordt geïnstalleerd moet
zijn voorzien van een luchtinlaat of een geschikt
toevoersysteem van de buitenlucht.
De luchtinlaat moet zodanig worden gepositioneerd dat
hij niet geblokkeerd kan worden.
De Fabrikant wijst elke aansprakelijkheid af in geval van
installaties die niet voldoen aan de geldende wetgeving,
een niet correctie ventilatie van de ruimte en een niet
behoorlijk gebruik van het apparaat.
Met name is het noodzakelijk dat:
• het apparaat aangesloten is op een systeem voor de
afvoer van rookgassen van geschikt formaat teneinde
de door de Fabrikant verklaarde trek te garanderen,
dat deze afgedicht is en de afstanden tot ontvlambare
materialen in acht neemt;
• er
een
adequate
overeenkomstig het type geïnstalleerd product of
systeem;
• andere
verbrandingstoestellen
apparaten de druk in de ruimte waar de kachel is
geïnstalleerd niet verlagen;
• de veiligheidsafstanden van ontvlambare materialen in
acht worden genomen.
Het controleren van de compatibiliteit van het
systeem gaat vooraf aan elke andere montage- of
installatiehandeling.
Plaatselijke administratieve verordeningen, bijzondere
voorschriften van de gezaghebbende instanties met
betrekking tot de installatie van verbrandingstoestellen, de
luchtinlaat en het systeem voor de afvoer van rookgassen
kunnen per regio of per land verschillen. Ga bij de
plaatselijke gezaghebbende instanties na of er wettelijke
voorschriften bestaan die meer aangescherpt zijn dan hier
vermeld.
6�1�1 Verpakking
Controleer bij ontvangst van de kachel of:
• deze overeenkomt met het aangeschafte model;
• deze geen beschadigingen vertoont die te wijten zijn
aan het transport.
Eventuele klachten kunnen op het moment van ontvangst
aan de vervoerder worden gecommuniceerd (ook op het
begeleidingsdocument).
Controleer het draagvermogen van de vloer alvorens de
kachel te hanteren en te plaatsen.
De kachel moet altijd in verticale positie worden
gehanteerd. Bescherm de deur en het ruitje van de deur
tegen mechanische schokken die de intacte staat ervan in
78
verbrandingsluchtinlaat
is
of
geïnstalleerde
gevaar kunnen brengen.
Ga voor het uitpakken van de toestel als volgt te werk:
1) Verwijder de verpakkingsbanden aan de zijkanten, door
de bevestigingsschroeven los te draaien;
2) Demonteer de houten krat aan de boven- en zijkant;
3) Verwijder de verpakking;
4) Haal de toestel van de pallet en plaats het toestel op de
vooraf bepaalde plaats, zorg dat deze conform is met de
voorschriften.
Gebruik geschikt gereedschap om planken of houten
onderdelen van de verpakking van het apparaat te
verwijderen.
De verwijdering van de verpakking is de taak van de
eindgebruiker, overeenkomstig de geldende wetgeving in
het land van installatie.
6�2 AANLEG VOOR HET
ROOKGASAFVOERSYSTEEM
Besteed aandacht aan de totstandbrenging van het systeem
voor de afvoer van rookgassen en neem de geldende
wettelijke bepalingen in het land waar de kachel wordt
geïnstalleerd, in acht.
De Fabrikant wijst alle aansprakelijkheid af in geval van
een rookgasafvoersysteem van ongeschikt formaat dat
niet voldoet aan de normen.
6�2�1 Rookkanalen en aansluitingen
Met de term rookkanalen worden de buizen bedoeld die het
verbrandingstoestel verbinden met het rookafvoerkanaal.
De volgende voorschriften moeten worden toegepast:
• voldoen aan de productnorm EN 1856-2;
• de horizontale tracés moeten een minimale helling van
3% naar boven hebben;
• de lengte van het horizontale tracé moet zo kort
mogelijk zijn en de uitsteek in installatie mag niet meer
dan 4 meter bedragen;
• de richtingveranderingen moeten hoeken kleiner dan
90° hebben (aanbevolen hoeken van 45°);
• het aantal richtingveranderingen inclusief die voor de
inbreng in het rookafvoerkanaal en exclusief de T in
geval van een uitlaat aan de zijkant of achterkant, mag
niet meer zijn dan 3;
• de doorsnede moet een constante en gelijke diameter
hebben vanaf de uitgang van de haard tot aan de
aansluiting in het rookafvoerkanaal;
• het is verboden om buigzame metalen buizen van
vezelcement te gebruiken;
• de rookkanalen mogen niet de ruimten passeren
waar het verboden is om verbrandingsapparaten te
installeren.
In ieder geval moeten de rookkanalen afgedicht zijn
tegen verbrandingsproducten en condens en ze moeten
ook geïsoleerd zijn als ze buiten de installatieruimte om
passeren.
Het aanbrengen van voorzieningen voor het handmatig
afstellen van de trek is niet toegestaan.
6�2�2 Rookafvoerkanaal
Het rookafvoerkanaal is een bijzonder belangrijk element
voor de correcte werking van de toestel.
Het rookafvoerkanaal moet van zodanige afmeting zijn dat
de door de Fabrikant verklaarde trek wordt gegarandeerd.
Sluit de kachel niet aan op een collectief rookafvoerkanaal.
Bij de verwezenlijking van het rookafvoerkanaal moeten
de volgende voorschriften worden toegepast:
• het moet voldoen aan de productnorm EN 1856-1;
• het moet gemaakt worden van geschikte materialen