3
Algemene instellingen
Papierinstellingen
Papierformaat en -soort
Voor de beste afdrukkwaliteit dient u de
machine in te stellen op het type papier dat u
gebruikt.
U kunt zeven papierformaten gebruiken om
te kopiëren: A3, A4, A5,10 × 15 cm, Ledger,
Letter en Legal. Wanneer u een ander
papierformaat in de machine plaatst, moet u
ook de papierformaatinstelling wijzigen.
a
Druk op MENU.
b
Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c
Druk op Standaardinst.
d
Druk op Lade-instell.
Druk op Lade 1 of Lade 2.
e
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u Lade 1 kiest, drukt u op
A4, A5, A3, 10x15cm, Letter,
Legal of Ledger om deze te
selecteren.
Druk op Normaal pap.,
Inkjet papier, Brother BP71,
Glossy anders of
Transparanten om deze te
selecteren.
Wanneer u Lade 2 kiest, drukt u op
A4, A3, Letter, Legal of Ledger,
om deze te selecteren.
f
Druk op Stop/Eindigen.
26
Opmerking
3
• In papierlade 2 kunt u alleen normaal
papier en de volgende formaten
gebruiken: A3, A4, Ledger, Letter of Legal.
3
• Het papier wordt met de bedrukte zijde
naar boven op de uitvoerlade aan de
voorkant van de machine uitgeworpen.
Als u transparanten of glanzend papier
gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te
verwijderen; dit om te voorkomen dat de
vellen aan elkaar plakken of een
papierstoring veroorzaken.
Beveiligde
papierinvoermodus voor
breedlopend A3-papier
Wanneer op uw afdrukken horizontale lijnen
worden weergegeven bij het gebruik van A3-
papier, kan het zijn dat u langvezelig papier
gebruikt. Zet A3 - kortvezelig op Uit
om dit probleem te voorkomen.
a
Druk op MENU.
b
Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c
Druk op Standaardinst.
d
Druk op a of b om
A3 - kortvezelig weer te geven.
e
Druk op A3 - kortvezelig.
f
Druk op Uit.
g
Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
• Als u niet zeker weet welke papiersoort u
gebruikt, raadpleeg dan de verpakking
van het papier of de fabrikant voor
papierspecificaties.
• Als u A3 - kortvezelig op Aan zet,
wordt er langzamer afgedrukt.
3
3