Inhoudsopgave
Advertenties
1.
Rijd niet met de bovenkraan uit de transportmodus tenzij op een vlak, stevig en horizontaal
oppervlak.
2.
Dit om te voorkomen dat de macht over het stuur wordt verloren of problemen worden
ondervonden op hellingen en zijhellingen die hoger zijn dan wat wordt aangegeven op het
naamplaatje van de machine.
3.
Rijd niet op zijhellingen die de 3 graden overschrijden met het platform omhoog en rijd niet
op zijslopen die de 19 graden overschrijden met de machine in de opbergstand.
4.
De gebruiker dient de controle over de rijrichting te bevestigen voordat er wordt gereden.
5.
Wees uiterst voorzichtig bij het achteruit rijden en altijd tijdens het rijden het het platform
omhoog.
4.2.1.1 Vooruit- en achteruitrijden
a)
Haal de noodstopschakelaar over, start de motor en activeer het voetpedaal bij de
platformbediening;
Zet Rijden/Sturen in "Vooruit" of "Achteruit" gedurende het vooruit- of
b)
achteruitrijden.
Deze machine is uitgerust met indicatorlampjes voor de rijrichting. De indicatorlampjes op de console
op het platform geven aan dat de bovenkraan voorbij de vooras (stuurwielen) is; sturen en rijden zal nu
in de tegenovergestelde richting gebeuren van dat wat wordt aangegeven op de machine-markeringen.
Als de indicator brandt, gebruik dan de rijfunctie op de volgende wijze:
a)
Kijk of de blauwe en gele pijl op het bedieningspaneel van het platform en het
chassis overeenkomen of niet, bevestig de rijrichting;
b)
Schakel en maak de schakelaar voor het bevestigen van de rijrichting los. Bedien de
hendel naar wens binnen 5 seconden.
4.2.1.2 Sturen
a)
Haal de noodstopschakelaar over en activeer het voetpedaal bij de platformbediening;
b)
Schakel de rij-/stuurhendel naar links of naar rechts om de wielen naar respectievelijk
naar links of naar rechts te sturen;
4-2
Advertenties
Inhoudsopgave
