Inhoudsopgave
Advertenties
Eindpunt naaien opgeven met de
sensorpen
Voordat u begint te naaien test u het patroon eerst
a
f
vanaf stap
tot
om te zien of u de steek kunt
gebruiken met deze functie.
a
Zet de machine aan.
b
Druk op
.
c
Selecteer een steekpatroon.
d
Begin te naaien en stop de machine
vervolgens wanneer het gewenste eindpunt
van het naaien binnen het aanraakbereik
van de sensorpen komt.
e
Druk op
.
→ Het scherm Sensorfuncties verschijnt.
f
Druk op
.
→ Het scherm Eindpunt naaien instellen verschijnt.
GEBRUIK VAN SENSORFUNCTIES MET NAAISTEKEN
Opmerking
• Als
niet beschikbaar is, kunt u het
naai-eindpunt niet opgeven in het
geselecteerde steekpatroon. Selecteer een
ander steekpatroon.
g
Raak met de sensorpen de locatie aan die u
wilt opgeven als naai-eindpunt.
→ De afstand van de huidige naaldpositie tot de locatie
die u hebt aangeraakt verschijnt.
b
a Druk op deze knop om het naai-eindpunt dat u
hebt opgegeven, te wissen.
b Druk op deze knop om te stoppen met het
opgeven van een instelling met de sensorpen.
c Druk op deze knop om te selecteren of het naaien
wordt voltooid met een compleet patroon wanneer
een decoratieve steek is geselecteerd.
→ Zie "Toets Eind decoratieve steek instellen" op
pagina B-82.
a
c
Basishandelingen B-81
B
2
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
