➢
Min. temperatuur
Deze functie wordt gebruikt om de minimumtemperatuur in te stellen om de vloer te beschermen tegen afkoeling. Wanneer
de vloertemperatuur onder de ingestelde minimumtemperatuur daalt, wordt het herverwarmen van de zone weer
ingeschakeld. Deze functie is alleen beschikbaar indien de
➢
Max. temperatuur
De maximale vloertemperatuur is de drempelwaarde voor de vloertemperatuur waarboven de regelaar de verwarming
uitschakelt, ongeacht de huidige kamertemperatuur. Deze functie beschermt het systeem tegen oververhitting.
4.2. AANVULLENDE CONTACTEN
Met deze functie kunnen gebruikers aanvullende contacten invoeren. Eerst moet er een dergelijk contact worden
geregistreerd (1-6 stuks). Hiervoor selecteert u
de EU-MW-1.
Nadat het apparaat is geregistreerd en ingeschakeld, worden de volgende functies weergegeven:
➢
Informatie: hier staan gegevens over de status, de bedrijfsmodus en het contactbereik vermeld (weergegeven op
het scherm van de regelaar)
➢
AAN: hiermee wordt de contactbediening in-/uitgeschakeld
➢
Bedieningsmodus: met deze functie wordt de geselecteerde modus van de contactbediening geactiveerd.
➢
Tijdsmodus: hiermee kunnen gebruikers de bedrijfstijd van het contact voor een specifieke tijd instellen
Gebruikers kunnen de status van het contact wijzigen door de optie
van deze modus in te stellen
➢
Constante modus: hiermee kunnen gebruikers instellen dat het contact permanent geactiveerd is. Het is mogelijk
om de contactstatus te wijzigen door de optie
➢
Relais: het contact werkt volgens de zones waaraan het is toegewezen
➢
Ontvochtiging: als de
behulp van deze optie worden gestart
➢
Schema-instellingen: met deze functie kunnen gebruikers een afzonderlijk schema voor contactbediening instellen
(ongeacht de status van de regelaarzones).
LET OP
De functie
Ontvochtiging
➢
Verwijderen: hiermee kunnen gebruikers het geselecteerde contact verwijderen
4.3. MENGKLEP
De regelaar EU-L-4X WiFi kan, met behulp van een klepmodule (bijv. de EU-i-1m), een aanvullende klep aansturen. Deze klep
beschikt over RS-communicatie, maar het is noodzakelijk om het registratieproces uit te voeren, waarbij gebruikers het
modulenummer moeten vermelden dat zich achterop de behuizing bevindt (of in het software-informatiescherm). Nadat de
module is geregistreerd, kunnen afzonderlijke parameters van de hulpklep worden ingesteld.
➢
Informatie: hiermee kunnen gebruikers de status van de klepparameters bekijken.
➢
Registreren: nadat de code op de achterzijde van de klep of in
gebruikers de klep registreren op de hoofdregelaar.
➢
Handmatige modus: met deze functie kunnen gebruikers de werking van de klep handmatig stoppen, de klep
openen/sluiten en de pomp in- en uitschakelen om de juiste werking van de apparaten te regelen.
➢
Versie: hiermee wordt het versienummer van de klepsoftware weergegeven. U heeft deze informatie nodig wanneer
u contact opneemt met de klantenservice.
Registreren
Actief
te selecteren/deselecteren.
Maximale luchtvochtigheid
werkt alleen in de bedrijfsmodus Koeling.
Comfortstand
is geselecteerd.
en drukt u kort op de communicatieknop op het apparaat, bijv.
Actief
te selecteren/deselecteren
in een zone wordt overschreden, kan de luchtontvochtiger met
Menu → Software-informatie
18
en vervolgens
de
Duur
is ingevoerd, kunnen