Reiniging en onderhoud
,
Verbrandingsgevaar!
Laat het apparaat afkoelen voordat
u het reinigt. Het water in de op-
vangschaal kan zeer heet zijn.
Schakel het apparaat uit als u de
binnenruimte wilt reinigen
Reinig niet de ruimte waarin zich de
perforator bevindt.
Gebruik voor het reinigen van het
apparaat geen stoomreiniger. De
stoom kan in aanraking komen met
delen die onder spanning staan en
zo kortsluiting veroorzaken.
Om beschadigingen aan de opper-
vlakken te voorkomen, mogen de vol-
gende middelen niet worden ge-
bruikt:
– soda-, ammoniak-, zuur- en chloride-
houdende reinigingsmiddelen.
– oplosmiddelhoudende reinigingsmid-
delen.
– kalkoplossende reinigingsmiddelen.
– reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal.
– reinigingsmiddelen voor afwasauto-
maten.
– ovenreinigers.
– schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder, vloeibaar schuurmid-
del en reinigingssteen.
– schurende sponsjes, zoals pannen-
sponsjes of borstels en gebruikte
sponsjes die nog resten schuurmid-
del bevatten.
46
– vlekkensponsjes.
– scherpe metalen schrapers.
Apparaat spoelen
Als u een koffiedrank heeft bereid,
spoelt de automaat de leidingen door
als u het aparaat uitschakelt. Zo wor-
den eventuele koffieresten verwijderd.
U kunt de leidingen ook handmatig
doorspoelen.
^ Druk op y.
^ Druk op de pijltoetsen totdat "Appa-
raat spoelen" gemarkeerd is. Beves-
tig uw keuze met de OK-toets.
Het apparaat wordt doorgespoeld.
Waterreservoir
Ververs het water dagelijks om kiemvor-
ming tegen te gaan.
^ Reinig het waterreservoir in de afwas-
automaat of handmatig met warm
water en afwasmiddel. Droog het re-
servoir daarna af.
^ Reinig de ruimte voor het waterreser-
voir grondig, vooral de inkepingen.
Maak alles daarna goed droog.
Het ventiel, de onderkant van het
waterreservoir en de ruimte waarin
het reservoir staat, moeten schoon
zijn. Alleen dan kunt u het reservoir
correct in het apparaat plaatsen.