klem 26 of 46 en via relaisuitgang 01 of 04
(parameter 319, 321, 323 of 326).
Beschrijving van de keuze:
Het signaal voor de hoge begrenzing van
de motorstroom , I
, moet worden
HIGH
geprogrammeerd binnen het normale werkbereik van
de frequentie-omvormer. Zie de afbeelding
bij parameter 223.
225 Waarschuwing: lage snelheid.
(WARN. SPEED LOW)
Waarde:
0 - parameter 226
Functie:
Wanneer de motorsnelheid onder de begrenzing
n
komt, verschijnt op het display de
LOW
melding SPEED LOW.
De signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd
voor het overbrengen van een statussignaal via
klem 26 of 46 en via relaisuitgang 01 of 04
(parameter 319, 321, 323 of 326).
Beschrijving van de keuze:
Het signaal voor de lage begrenzing van de
motorsnelheid n
moet worden geprogrammeerd
LOW
binnen het normale werkbereik van de
frequentie-omvormer.
Zie de afbeelding bij parameter 223.
226 Waarschuwing: hoge snelheid
(WARN. SPEED HIGH)
Waarde:
parameter 225 - parameter 202
Functie:
Wanneer de motorsnelheid hoger wordt dan de in
deze parameter geprogrammeerde begrenzing n
verschijnt op het display de melding SPEED HIGH.
De signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd
voor het overbrengen van een statussignaal via
klem 26 of 46 en via relaisuitgang 01 of 04
(parameter 319, 321, 323 of 326).
Beschrijving van de keuze:
Het signaal voor de hoge begrenzing van de
motorsnelheid n
moet worden geprogrammeerd
HIGH
binnen het normale werkbereik van de
frequentie-omvormer.
= fabrieksinstelling. () = display-tekst [] = waarde die gebruikt wordt voor communicatie via de seriële communicatiepoort.
86
®
VLT
Zie de afbeelding bij parameter 223.
234 Motorfasebewaking
(MOTOR PHASE MON)
Waarde:
Enable (ENABLE)
Disable (DISABLE)
Functie:
Met deze parameter kan men de bewaking
van de motorfasen instellen.
Beschrijving van de keuze:
Indien Enable wordt geselecteerd, reageert de
0 rpm
frequentie-omvormer op een ontbrekende motorfase
en gaat alarm 30, 31 of 32 af.
Indien Disable wordt geselecteerd, wordt er geen
alarmsignaal gegeven indien er een motorfase
ontbreekt. Als de motor met slechts twee fasen
loopt, kan deze worden beschadigd of oververhit
raken. Het verdient daarom aanbeveling de
functie voor het signaleren van een ontbrekende
motorfase op ENABLED in te stellen.
235 Fasefoutbewaking
(PHASE LOSS MON.)
Waarde:
Disable (DISABLE)
Enable (ENABLE)
Functie:
De ingangsfasen worden op basis van deze
selectie gecontroleerd op fasefouten.
Beschrijving van de keuze:
20.000 rpm
Indien Enable wordt geselecteerd, reageert
de frequentie-omvormer op een ontbrekende
ingangsfase en gaat alarm 4 af.
Indien Disable wordt geselecteerd, wordt er geen
,
HIGH
alarmsignaal gegeven als er een fase ontbreekt. De
frequentie-omvormer kan worden beschadigd als deze
met een ontbrekende ingangsfase werkt. Het verdient
daarom de aanbeveling om de functie voor het
signaleren van fasefouten op ENABLED in te stellen.
MG.55.A4.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
5000 FLUX
[0]
[1]
[0]
[1]