Gebruikershandleiding
1. Selecteer Wi-Fi op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
de knop OK.
2. Selecteer Wi-Fi (aanbevolen).
De netwerkstatus wordt weergegeven.
3. Selecteer Instellingen wijzigen.
4. Selecteer Overige > Wi-Fi uitschakelen.
5. Controleer het bericht en druk vervolgens op de knop OK.
6. Als een voltooiingsbericht wordt weergegeven, drukt u op de knop OK.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd.
7. Druk op de knop
Een Wi-Fi Direct-verbinding (Eenvoudig AP) verbreken
vanaf het bedieningspaneel
Opmerking:
Wanneer de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) wordt uitgeschakeld, wordt de verbinding voor alle
computers en smart devices die met de printer zijn verbonden in Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)
verbroken.Als u de verbinding met een specifiek apparaat wilt verbreken, doe dit dan op het apparaat in kwestie en niet op
de printer.
1. Selecteer Wi-Fi op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
de knop OK.
2. Selecteer Wi-Fi Direct.
De Wi-Fi Direct-informatie wordt weergegeven.
3. Selecteer Instellingen wijzigen.
4. Selecteer Wi-Fi Direct uitschakelen.
5. Controleer het bericht en druk vervolgens op de knop OK.
6. Als een voltooiingsbericht wordt weergegeven, drukt u op de knop OK.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd.
7. Druk op de knop
Netwerkinstellingen
.
.
40
u
d
l
r
,
,
,
en drukt u op
u
d
l
r
,
,
,
en drukt u op