2. Een whiteboard gebruiken
Dit hoofdstuk beschrijft de basisbewerkingen, zoals het schrijven van tekst of tekenen van afbeeldingen
op het scherm, bewerken van pagina's en hoe de weergegeven pagina's kunnen worden afgedrukt en
opgeslagen.
Basisbewerkingen
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren met uw vingers of handpalm;
Handeling met uw vingers
• Markeerinvoer
• Handgeschreven invoer
• Netschriftinvoer
• Lijninvoer
• Stempelinvoer
• Verkleinen/vergroten/verplaatsen
• Knippen/kopiëren/plakken
• De displayvergroting wijzigen/Het displaygebied verplaatsen
Bewerkingen met uw vingers of handpalm
• Wissen
• Om het apparaat aan of uit te zetten, drukt u op de aan/uit-knop op het voorpaneel van het
apparaat. Zet eerst het apparaat uit voordat u het netsnoer ontkoppelt. Druk op de aan/uit-knop
om het apparaat uit te zetten en haal vervolgens het netsnoer uit het stopcontact.
• Voor meer informatie over het uitschakelen van het apparaat, zie Lees dit eerst.
Schrijven op het scherm
Schrijf tekst of teken afbeeldingen met uw vingers.
Lijnen, automatisch herkende afbeeldingen en netschrifttekst kan automatisch worden uitgelijnd met de
rasterlijnen bij het invoeren, verplaatsen, verkleinen of vergroten van het onderdeel. De functie Uitlijnen
op het raster kan onder de Gedetailleerde Whiteboard-instellingen worden in- of uitgeschakeld. Voor
meer informatie, zie Pag. 137 "De gedetailleerde instellingen wijzigen".
1.
Raak
, het pictogram Pen, aan.
Het submenu voor het pictogram Pen wordt weergegeven.
31