Hoofdstuk 3 – Instelling regeleenheid
strooier
De regeleenheid van de strooier stelt de bestuurder in staat de
hoeveelheid aangebracht product te regelen. Bakken, strooischijven en
snelheden kunnen worden ingesteld en vervolgens tijdens gebruik
naar wens worden aangepast. Hiervoor heeft het systeem informatie
nodig over het type strooier dat wordt gebruikt en over de
voorkeuren van de bestuurder met betrekking tot de werking ervan.
Deze optie is beschikbaar als de instelling van het werktuig en de
ECU zijn uitgevoerd of als een bestaand werktuigbestand in de
console is geïmporteerd.
Strooiers kunnen riemaandrijving hebben of actuatorgeregeld zijn.
Voor elk type worden bij de instelling van de regeleenheid van de
strooier verschillende opties weergegeven.
Riemaandrijving
Actuatorgeregeld
11