INSTALLATIE- EN PROGRAMMEERHANDLEIDING
3 PROGRAMMEREN
[*] + [2] Storingsweergave
Het systeem controleert zichzelf constant op verschillende storingen. Als zich een storing voordoet, zal de
Storing
indicatie continu branden en het bediendeel zal om de 10 seconden een signaal geven, de
gebruiker kan het signaal stoppen door de [#] toets op het bediendeel in te drukken, de storing is echter niet
opgelost.
Storingen worden opgeslagen in het geheugen en worden doorgemeld naar de PAC, na het indrukken van
[*][2] zal het systeem aangeven wat voor storing het betreft.
[*] + [3] Alarmgeheugen
Het LCD scherm zal aangeven als er zich in de uitgeschakeld situatie een alarm in het geheugen bevind.
Om het alarmgeheugen te bekijken voer [*] [3] in, op het LCD display worden alle alarmen in het geheugen
weergegeven.
Toets [#] om de alarmgeheugen weergave te beëindigen.
OPMERKING Het geheugen wordt gewist wanneer de beveiligingsinstallatie wordt ingeschakeld.
[*] + [4] Akoestische signalering aan / uit
Als deze functie aanstaat, zal het code bediendeel 5 korte akoestische signalen laten horen wanneer een
groep wordt betreden en weer wordt verlaten. Het systeem zal dit enkel doen voor groepen waarbij de optie
"Zoemer" is geactiveerd,
Toets [*][4] om de functie aan of uit te zetten, als de functie wordt geactiveerd zal de bediendeel zoemer 3 keer
worden geactiveerd op het LCD display komt de melding "Deurbelfunctie ingeschakelt"
Deze functie kan aan- of uitgeschakeld worden als het systeem in- of uitgeschakeld is.
[*] + [5] Programmering toegangscodes
Voer [*][5][Hoofdcode][01-16] om toegangcodes te programmeren.
Voer [*][5][Hoofdcode][01-16][*] om toegangcodes te verwijderen, de code wordt onmiddellijk verwijderd.
Gebruikerscodes (01) - (16)
Gebruikerscodes zijn bedoeld om voor elke gebruiker uniek te zijn, dit geeft het systeem de mogelijkheid te
registreren welke gebruiker het systeem heeft in- of uitgeschakeld, enz.
Hoofdcode (40)
De systeem hoofdcode is standaard geprogrammeerd en kan elke bediendeel functie uitvoeren.
Deze code kan gebruikt worden voor het programmeren van alle gebruikerscodes.
Als de optie Hoofdcode niet veranderbaar is geselecteerd (parameter [015], optie [6]), kan de hoofdcode
alleen worden gewijzigd in de installateurs programmeermode.
Standaard krijgt elke code de kenmerken van de code waar deze mee wordt aangemaakt.
Voer [*][5][Hoofdcode][9][01-16] om de kenmerken te programmeren.
Onderstaand de beschikbare kenmerken:
•
Kenmerk [1]
•
Kenmerk [2]
•
Kenmerk [3]
•
Kenmerk [4-6] Voor toekomstig gebruik;
•
Kenmerk [7]
•
Kenmerk [8]
OPMERKING: Het activeren van kenmerk 7 zal een sirene puls genereren wanneer de code wordt
gebruikt voor in- of uitschakelen.
Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd.
Rev. INS.SCW9045V1.0.DSC.SHO.V1.0.NL
Supervisiecode voor gebruik van [*][5] en [*][6] functies en [*][1] functies indien daarvoor
een code is gewenst;
Overvalcode;
Groep overbruggen toegestaan;
Sirene puls bij in- / uitschakelen
Eenmalige gebruikerscode. Deze code mag slechts een keer per dag uitschakelen maar
wel onbeperkt inschakelen.
Centraal Controle Paneel
SCW9045
19
SCW9045 V1.0