Inhoudsopgave
Advertenties
Inbedrijfstelling
LET OP! CONTROLEER VÓÓR HET STARTEN DE VOLGENDE PUNTEN:
- Controleer of de ketel en het systeem met water zijn gevuld en of het systeem lekdicht
is.
- Controleer of het systeem is ontlucht.
- Controleer of er circulatie is in het systeem en of het water in de juiste richting
door de ketel stroomt.
- Controleer of het systeem minimaal 0,6 bar overdruk heeft om koken te voorkomen.
- Controleer of de ketel op de juiste spanning is aangesloten.
Opmerking! ALLE ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN MOETEN WORDEN
VASTGEDRAAID VOORDAT ER SPANNING OP DE KETEL WORDT GEZET.
Start de ketel niet als het water in de ketel mogelijk bevroren is.
Opstarten
De ketel wordt gestart door de bedieningsschakelaar aan de voorkant van de ketel in te
schakelen. Het display toont na enkele seconden de werkelijke watertemperatuur en tussen
haakjes de insteltemperatuur. De regel eronder toont het ingeschakelde vermogen. De ketel
begint nu geleidelijk het vermogen toe te voeren dat nodig is om de insteltemperatuur te
bereiken.
Opmerking! Als de ketel via een SD-systeem wordt geregeld, start deze alleen als er een
signaal is.
De insteltemperatuur is fabrieksmatig op 80 °C ingesteld. Druk op de toets '+/-' om deze
waarde te wijzigen. Druk vervolgens op de toets E om de nieuwe waarde op te slaan. De
staptijd is ingesteld op 40 seconden. Deze mag niet lager worden ingesteld omdat een kortere
staptijd onnodige slijtage van de contactoren kan veroorzaken. Het is normaal gesproken niet
nodig om de instellingen op de bedieningseenheid te wijzigen.
Regelaar
De ketelregelaar is van het binaire proportionele type en integreert de temperatuurregeling. De
regelaar is instelbaar tussen 5 - 100 °C. In de proportionele regeling is een hysterese van 2 °C
opgenomen die onnodig schakelen van vermogensstappen tegengaat. De integratietijd is
afhankelijk van de staptijd en is niet handmatig instelbaar. Via de bedieningseenheid kunnen
het vermogen en de insteltemperatuur met buitentemperatuurcompensatie worden geregeld.
Ook zijn er ingangen van 0-10 V ingebouwd om het vermogen en de temperatuur op afstand te
regelen. Een tweeregelig display toont de werkelijke temperatuur, de insteltemperatuur (tussen
haakjes), het aantal aangesloten vermogensstappen en het ingeschakelde vermogen. Onder
het display bevindt zich een alarmled dat knippert als er een fout optreedt. Bij een fout valt ook
het alarmrelais af. Mogelijke fouten zijn:
Sensorfout: kortsluiting of breuk in de sensor/sensorkabel
Alarm vermogen: kortsluiting niet ingeschakeld, mogelijk geactiveerd, veiligheidsthermostaat
(STB) geactiveerd
Alarm netwerk: stuurspanning naar regelaar te laag (<190 V) of fout in regelaar
Varmeteknikk AS Telefoon +47 23 37 55
mei 2024 NL-V1.2
5
Advertenties
Inhoudsopgave
