Verklaring:
De geplande beweging schendt voor de as de momenteel actieve software-eindschakelaar.
Het alarm wordt bij de voorbereiding van aanloop- of restblokken met REPOS geactiveerd.
Als de machineparameter MD11411 $MN_ENABLE_ALARM_MASK, bit11=1 is, wordt dit alarm gegeven i.p.v. het alarm
10721. Het alarm 10723 biedt een uitgebreide diagnosemogelijkheid voor de software-eindschakelaar-schending. De
voorwaarde voor het vrijgeven is de aanwezigheid van het ALUN*-alarmbestand in de HMI.
Zie ook diagnosehandleiding alarm 10721.
Reactie:
Lokale alarmreactie.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
Oplossing:
Oorzaak van de verschuiving van uitgangs- resp. doelpositie bepalen. Het REPOS-commando wordt op het einde van
een ASUP resp. systeem-ASUP uitgevoerd. Zie ook dwarsverbinding uit ASUP's.
Waarschuw a.u.b. het bevoegde personeel/de service.
MD36100 $MA_POS_LIMIT_MINUS / MD36120 $MA_POS_LIMIT_MINUS2 en MD36110 $MA_POS_LIMIT_PLUS /
MD36130 $MA_POS_LIMIT_PLUS2 voor de software-eindschakelaars controleren.
Asspecifieke naadpuntsignalen: DB380x DBX1000.3 / .2 (2e software-eindschakelaar plus/min) controleren, of 2e
software-eindschakelaar geselecteerd is.
Momenteel actieve nulpuntverschuiving via het actuele frame controleren.
Bovendien moeten externe nulpuntverschuivingen, overlappende bewegingen ($AA_OFF), DRF en componenten van
transformaties worden gecontroleerd.
NC-programma met NC-reset onderbreken.
Voortzetting
Met RESET-toets alarm wissen. Werkstukprogramma herstarten.
programma:
10730
[Kanaal %1: ] Blok %3 as %2 werkveldbegrenzing %4
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Asnaam, spilnummer
%3 = Bloknummer, label
%4 = String (+ of -)
Verklaring:
Als bij de blokvoorbereiding vastgesteld wordt dat de geprogrammeerde baan de as over de werkveldbeperking heen
stuurt, wordt dit alarm gegenereerd.
Als het machineparameters-bit MD11411 $MN_ENABLE_ALARM_MASK, bit11=0 is, wordt dit alarm gegeven i.p.v. het
alarm 10732. Als dit MD11411 $MN_ENABLE_ALARM_MASK, bit11 gezet is, wordt een uitgebreide diagnosemogelijkheid
voor de werkveldbeperkingsschending aangeboden. De voorwaarde voor het vrijgeven is de aanwezigheid van het ALUN*-
alarmbestand in de HMI.
Reactie:
Correctieblok met reorganiseren.
Lokale alarmreactie.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
Oplossing:
a) NC-programma controleren op correcte positiewaarden en indien nodig corrigeren.
b) Nulpuntverschuivingen (actuele frame) controleren
c) Werkveldbeperking met G25/G26 corrigeren of
d) Werkveldbeperking met setting-gegevens corrigeren of
e) Werkveldbeperking met setting-gegevens 43410 WORKAREA_MINUS_ENABLE=FALSE deactiveren
Voortzetting
Met NC-START of RESET-toets alarm wissen en programma voortzetten.
programma:
10731
[Kanaal %1: ] Blok %3 as %2 werkveldbegrenzing %4
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Asnaam, spilnummer
%3 = Bloknummer, label
%4 = String (+ of -)
Alarmen
Diagnosehandboek, 01/2015, 6FC5398-8BP40-5JA2
NC-alarmen
99