Sluit het klepje en druk het stevig
dicht.
Sluit de wasmiddellade.
De cap gaat open zodra hij in de was-
middellade is geplaatst. Wordt de
cap ongebruikt weer uit de wasmid-
dellade gehaald, dan kan de inhoud
eruit stromen.
Gooi een geopende cap weg.
De inhoud van een cap wordt op het
juiste tijdstip aan het wasprogramma
toegevoegd.
Het water stroomt bij CapDosing uit-
sluitend via de cap in het vakje .
Vul geen extra wasverzachter bij in
het vakje .
Verwijder de lege cap na afloop van
het wasprogramma.
Om technische redenen blijft er altijd
wat water in de cap zitten.
4. Wasmiddel doseren
Doseertips
Controleer bij het doseren van het was-
middel hoe vuil het wasgoed is en hoe-
veel wasgoed geladen is. Verlaag bij ge-
ringere beladingshoeveelheden de hoe-
veelheid wasmiddel (gebruik bijvoor-
beeld bij een halve belading een ⅓ min-
der wasmiddel).
Te weinig wasmiddel:
- leidt ertoe dat het wasgoed niet
schoon en na verloop van tijd grauw
en hard wordt;
- leidt tot schimmelvorming in de was-
machine;
- verhindert dat vet volledig uit het was-
goed verwijderd wordt;
- leidt tot kalkafzetting op de verwar-
mingselementen.
Te veel wasmiddel:
- leidt tot een slecht was-, spoel en
centrifugeerresultaat;
- leidt tot een hoger waterverbruik door
automatisch extra spoelen;
- leidt tot extra belasting van het milieu.
21