Intel Optane-geheugen uitschakelen
WAARSCHUWING:
Probeer het stuurprogramma van de Intel Rapid Storage-technologie niet te verwijderen na het
uitschakelen van het Intel Optane-geheugen. Dit resulteert in een fout met blauw scherm. De gebruikersinterface van
Intel Rapid Storage-technologie kan worden verwijderd zonder het stuurprogramma te verwijderen.
OPMERKING:
Het uitschakelen van het Intel Optane-geheugen is vereist voor het verwijderen van het SATA-
opslagapparaat versneld door het Intel Optane-geheugen of de Intel Optane-geheugenmodule uit het systeem.
1. Klik op de taakbalk in het zoekvak en typ vervolgens Intel Rapid Storage Technology.
2. Klik op Intel Rapid Storage Technology.
Het venster Intel Rapid Storage Technology wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Intel Optane memory op Disable (uitschakelen) om het Intel Optane-geheugen uit te schakelen.
4. Klik op Ja als u akkoord gaat met de waarschuwing.
De voortgang van het uitschakelen wordt weergegeven.
5. Klik op Reboot (opnieuw opstarten) om het uitschakelen van uw Intel Optane-geheugen te voltooien en start uw computer opnieuw
op.
Diagnostische Enhanced Pre-Boot System
Assessment (ePSA)
WAARSCHUWING:
Gebruik de ePSA diagnosefuncties alleen om uw computer te testen. Als u dit programma op
meerdere computers gebruikt, kan dat leiden tot ongeldige resultaten of foutmeldingen.
Het diagnostische ePSA (ook bekend als systeemdiagnose) voert een volledige controle van uw hardware uit. Het ePSA maakt deel uit
van het BIOS en wordt intern door het BIOS gestart. De ingebouwde systeemdiagnostiek biedt een aantal opties voor specifieke
apparaten of apparaatgroepen waarmee u het volgende kunt doen:
•
automatische tests kunt laten uitvoeren of in interactieve modus
•
tests herhalen
•
testresultaten weergeven of opslaan
•
grondige testen kunt laten uitvoeren voor extra testmogelijkheden voor nog meer informatie over het/de defecte apparaat/apparaten
•
statusmeldingen bekijken waarin staat of de tests goed verlopen zijn
•
foutmeldingen bekijken waarin staat of er tijdens het testen problemen zijn opgetreden
OPMERKING:
Voor sommige testen voor specifieke apparaten moet de gebruiker handelingen uitvoeren. Zorg ervoor dat
u altijd aanwezig bent bij de computerterminal wanneer de diagnostische testen worden uitgevoerd.
Voor meer informatie, zie
Dell EPSA Diagnostic
ePSA-diagnose uitvoeren
1. Zet de computer aan.
2. Druk tijdens het opstarten van de computer op F12 wanneer het logo van Dell verschijnt.
3. Selecteer in het opstartmenu de optie Diagnostics (Diagnose).
4. Klik op de pijl in de linkerbenedenhoek.
De startpagina van Diagnostics (Diagnose) wordt weergegeven.
5. Klik op de pijl in de rechterbenedenhoek om naar het paginaoverzicht te gaan.
De gedetecteerde onderdelen worden weergegeven.
6. Als u alleen een test voor een specifiek apparaat wilt laten uitvoeren, drukt u op Esc en klikt u op Yes (Ja) om de diagnosetest te
stoppen.
7. Selecteer het apparaat in het linkervenster en klik op Run Tests (Tests starten).
8. Van eventuele problemen worden foutcodes weergegeven.
Noteer de foutcode en het validatienummer en neem contact op met Dell.
98
Problemen oplossen
3.0.