6.6. OMGEVINGSKENMERKEN
■ Gebruik binnen en buiten.
■ Hoogte:
■ Werking: 0 tot 2 000 m
■ Opslag: 0 tot 10 000 m
■ Temperatuur en relatieve vochtigheid:
% RV
95
85
75
3
45
10
-40
-20
6.7. ELEKTRISCHE VEILIGHEID
De apparaten voldoen aan de norm IEC/EN 61010-2-030 of BS EN 61010-2-030:
■ Meetingangen en omhulsel: 1.000V overspanningscategorie IV, verontreinigingsgraad 3 (4 apparaat gesloten)
■ Voeding: 1.000V overspanningscategorie IV, verontreinigingsgraad 2
De stroomsensoren voldoen aan de norm IEC/EN 61010-2-032 of BS EN 61010-2-032 (zie § 6.3.3).
De meetsnoeren en krokodilklemmen voldoen aan de norm IIEC/EN 61010-031 of BS EN 61010-031.
6.8. ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT
Emissies en immuniteit in een industriële omgeving volgens IEC/EN 61326-1 of BS EN 61326-1.
Met AmpFlex
en MiniFlex is de typische invloed op de meting 0,5% van het einde van de schaal met een maximum van 5 A.
®
6.9. UITZENDING RADIOGOLVEN
De apparaten zijn conform de RED-richtlijn 2014/53/EU en de FCC-regelgeving.
Wi-Fi: FCC-certificering QOQWF121
6.10. GEHEUGENKAART
De PEL accepteert SD- , SDHC- en SDXC-kaarten, geformatteerd in FAT32, tot een capaciteit van 32 Gb.
De SDXC-kaarten moeten in het apparaat geformatteerd worden.
Aantal keren insteken en uitnemen: 1000.
Het overzetten van een grote hoeveelheid data kan lang duren. Bovendien kunnen sommige computers moeilijkheden hebben bij
het verwerken van dergelijke hoeveelheden informatie en het is mogelijk dat de spreadsheets slechts een beperkte hoeveelheid
data accepteren.
2
1
0
20 26
Figuur 36
64
1 = Referentiebereik
1 + 2 = Werkingsbereik
1 + 2 + 3 = Opslagbereik
35
42
50
T (°C)
70