a
c
a
Schroefplug
b
Moersleutel
c
Overloopaansluiting
2 Steek de overloopaansluiting in de schroefplug.
3 Monteer de overloopaansluiting.
4 Bevestig de afvoerslang aan de overloopaansluiting.
5 Sluit de afvoerslang aan op een gepaste afvoer. Zorg dat het
water doorheen de afvoerslang kan vloeien. Zorg dat het
waterpeil niet boven de overloop kan stijgen.
6 Sluit de afvoerbakslang aan op de aansluiting van de afvoerbak
en sluit deze slang ook aan op een gepaste afvoer.
a
a
Lekbakslang
7 Sluit de drukveiligheidsklep aan op een gepaste afvoer die
voldoet aan de toepasselijke wetgeving. Zorg dat water of
stoom die mogelijk kan ontsnappen, wordt afgevoerd op een
veilige en waarneembare manier die ook tegen vorst
beschermd is.
a
EHSH/X(B)04+08P50E
Daikin Altherma 3 R ECH₂O
4P759880-1 – 2024.01
a
b
1
c
3
2
5 Installatie van de leidingen
a
Overdrukveiligheidsklep
5
Installatie van de leidingen
5.1
Koelmiddelleiding voorbereiden
5.1.1
Vereisten voor de koelmiddelleidingen
Zie ook
"4.1.2 Speciale vereisten voor
bijkomende vereisten.
▪ Leidinglengte: Zie
"4.1.1 Vereisten inzake de plaats waar de
wordt" [ 4 5].
binnenunit geïnstalleerd
▪ Leidingmateriaal: met fosforzuur gedeoxideerd naadloos koper
▪ Leidingaansluitingen: Enkel getrompte en hardgesoldeerde
aansluitingen zijn toegestaan. De binnenunit en de buitenunit
hebben getrompte verbindingen. Verbind beide uiteinden zonder
te solderen. Als hardsolderen nodig is, houd dan rekening met de
richtlijnen in de uitgebreide handleiding voor de installateur.
▪ Flareverbindingen: Gebruik alleen gegloeide leidingen.
▪ Diameter leidingen:
Vloeistofleiding
Gasleiding
▪ Hardingsgraad en dikte leidingen:
Buitendiameter
Temperingsgraa
(Ø)
d
6,4 mm (1/4")
Uitgegloeid (O)
15,9 mm (5/8")
Uitgegloeid (O)
(a)
Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale
bedrijfsdruk van de unit (zie "PS High" op het naamplaatje van de
unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist.
5.1.2
Isolatie van de koelmiddelleidingen
▪ Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal:
▪ met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en
0,052 W/mK (0,035 en 0,045 kcal/mh°C)
▪ bestand tegen minstens 120°C
▪ Dikte van de isolatie:
Buitendiameter van
Binnendiameter van
de buizen (Ø
)
de isolatie (Ø
p
6,4 mm (1/4")
8~10 mm
15,9 mm (5/8")
16~20 mm
Ø
Ø
i
i
Ø
Ø
p
p
t
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de relatieve vochtigheid
meer dan 80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm
dik zijn om condensatie op het oppervlak van de isolatie te
voorkomen.
5.2
Aansluitingen van de
koelmiddelleidingen
Raadpleeg de installatiehandleiding van de buitenunit voor alle
richtlijnen, specificaties en installatie-instructies.
R32-units" [ 4 6] voor
Ø6,4 mm (1/4")
Ø15,9 mm (5/8")
(a)
Dikte (t)
Ø
≥0,8 mm
t
≥1,0 mm
Dikte (t) van de
)
isolatie
i
10 mm
13 mm
Installatiehandleiding
13