83253207 1/2022-07 Ch
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Boiler WAS 280-2 en WAS 400-2
4 Montage
4.1 Montagevoorschriften
Toesteltype en werkingsdruk
De op de typeplaat aangegeven werkingsdruk niet overschrijden.
Toesteltype controleren.
Ervoor zorgen dat de werkingsdruk gerespecteerd wordt [hfst. 3.4.4].
Opstellingsruimte
Voor de montage ervoor zorgen dat:
de opstellingsruimte voldoende hoog is, daarbij de kantelmaat in acht nemen
[hfst. 3.4.8];
de minimumafstand aangehouden wordt [hfst. 4.2];
er evt. voor de in- en uitbouw van de elektrische verwarming genoeg plaats
voorzien is [hfst. 10.1];
de transportweg vrij is en voldoende draagkracht heeft [hfst. 3.4.7];
de opstellingsplaats voldoende draagkracht heeft;
er genoeg plaats is voor de hydraulische aansluiting;
de opstellingsruimte vorstbestendig en droog is.
4.2 Boiler opstellen
Voorschriften inzake gezondheid en veiligheid op het werk voor het heffen en
dragen van lasten in acht nemen [hfst. 3.4.7].
Stoten en schokken bij transport en opstelling vermijden.
De warmte-isolatie is gevoelig voor druk. Voorzichtig te werk gaan.
Minimumafstand
Voor onderhoudswerken minimumafstand tot het plafond respecteren.
WAS 280-2
WAS 400-2
Stabiliseren
Instelbereik hoogte van de voetschroeven: 0 ... 15 mm
De voetschroeven niet volledig indraaien, anders kan er contactgeluid optreden.
Met de voetschroeven horizontaal stabiliseren.
4.3 Temperatuurvoeler monteren
Warmtegeleidingspasta op de voeler aanbrengen.
Voeler in de overeenkomstige dompelhuls steken.
De spanveer in de dompelhuls houdt de voeler vast.
11-40
Staafanode
Kettinganode
450 mm
200 mm
500 mm
4 Montage