Mechanische installatie
5
Montage van secundaire delen van SL2
Montage van de
secundaire delen
34
Monteer het eerste deel aan een einde van het traject en werk vervolgens in een richting
verder. De richting van het eerste deel is willekeurig. Het aangrenzende deel krijgt
echter dezelfde richting. Op de secundaire delen is de noord- [1] (N) en zuidpool [2] (S)
gemarkeerd (Æ zie de onderstaande afbeelding). U kunt secundaire delen van verschil-
lende lengten met elkaar combineren.
[2]
Afbeelding 13: plaatsing van de secundaire delen
[1] Noordpool
[2] Zuidpool
Gebruik alle boringen van het secundaire deel voor de bevestiging. Gebruik hierbij
bouten met grootte M6, sterkteklasse 8.8 of hoger. De inschroefdiepte en het aanhaal-
moment (in het algemeen 10 Nm) worden bepaald door de onderconstructie van de
klant.
Vóór de inbedrijfstelling van de aandrijving moet het primaire deel met de hand over het
secundaire deel worden geschoven om te controleren of het vrij kan bewegen.
Gebruik niet-magnetische testapparatuur, bijvoorbeeld voelermaten van roestvrij staal,
aluminium, messing of koper als het noodzakelijk blijkt om de zichtbare luchtspleet te
controleren.
Ook als de motor niet is aangesloten, kunnen geïnduceerde spanningen van
maximaal 500 V (generatorprincipe) ontstaan door bewegingen van het primaire
deel.
Verwijder de beschermkap van de vermogenssteker van het primaire deel pas
vlak voordat u de vermogenssteker op de voeding aansluit.
[1]
53354AXX
Technische handleiding – Synchrone lineaire SL2-motoren