17
Afdrukmediarichtlijnen
Afdrukmedia verwijst naar papier, etiketten, enveloppen, gecoat papier en andere materialen. Uw printer biedt
afdrukken van hoge kwaliteit op een ruime keuze aan afdrukmedia. De keuze van de juiste afdrukmedia voor uw
printer is belangrijk voor het vermijden van afdrukproblemen. In dit hoofdstuk wordt het kiezen en behandelen van
afdrukmedia beschreven.
OPMERKING:
gebruik alleen afdrukmedia die geschikt zijn voor laserprinters. Gebruik in deze printer geen papier voor
inkjetprinters.
Papier
2
Voor de beste afdrukkwaliteit in kleur, gebruikt u 75 g/m
xerografisch lengte-grein kopieerpapier. Voor de beste
2
afdrukkwaliteit in zwart-wit, gebruikt u 90 g/m
xerografisch lengte-grein kopieerpapier. U wordt geadviseerd een
monster van afdrukmedia te proberen voordat u er grote hoeveelheden van aanschaft.
Kijk bij het inleggen van papier op de verpakking, controleer welke de aanbevolen afdrukzijde is en bepaal aan de
hand daarvan hoe u het papier moet inleggen. Zie "Afdrukmedia in lade 1 en de optionele lade voor 550 vel leggen"
en "Afdrukmedia in de multifunctionele papierlade leggen" voor gedetailleerde aanwijzingen voor het plaatsen van
papier.
Papiereigenschappen
De volgende eigenschappen van papier zijn van invloed op de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de afdruk. U
wordt geadviseerd deze richtlijnen te volgen bij het beoordelen van nieuw afdrukpapier.
Gewicht
2
2
De lade voert automatisch papier in van het gewicht 60 g/m
tot 216 g/m
lengte-grein. De multifunctionele
2
2
papierlade (MPF) voert automatisch papier in van het gewicht 60 g/m
tot 216 g/m
lengte-grein. Papier dat lichter is
2
dan 60 g/m
wordt misschien niet goed ingevoerd en kan papierstoringen veroorzaken. Voor het beste resultaat
2
gebruikt u 75 g/m
lengte-grein papier.
Omkrullen
Omkrullen is de neiging van afdrukmedia langs de randen krom te trekken. Overmatig omkrullend papier kan in de
printer vastlopen. Gewoonlijk krult het papier om nadat het door de printer is gegaan en aan de hoge temperaturen
binnenin is blootgesteld. Het onverpakt bewaren van papier, ook al ligt het in de papierlade, kan de vellen doen
omkrullen vóór het afdrukken, hetgeen doorvoerproblemen kan geven, ongeacht de luchtvochtigheid. Wanneer op
papier dat is omgekruld wordt afgedrukt, strijkt u het glad en voert u het in de MPF in.
Gladheid
De gladheid van het papier heeft een directe invloed op de afdrukkwaliteit. Als het papier te ruw is, kan de toner niet
gelijkmatig aan het papier hechten, wat een lagere afdrukkwaliteit tot gevolg heeft. Als het papier echter te glad is,
kan dat problemen geven met de papierdoorvoer. Een gladheid tussen 150 en 250 Sheffield-punten geeft de beste
afdrukresultaten.
Vochtgehalte
De hoeveelheid vocht in het papier heeft ook invloed op de afdrukkwaliteit en op het vermogen van de printer het
papier gelijkmatig te verwerken. Laat het papier in de oorspronkelijke verpakking totdat u het gaat gebruiken. Zo
voorkomt u dat het papier wordt blootgesteld aan wisselingen van de luchtvochtigheid die de prestaties nadelig
kunnen beïnvloeden.
303
Afdrukmediarichtlijnen