E. TOEVOEGEN EN VERWIJDEREN VAN GEBRUIKERS MET
MAGNEETSLEUTEL (41)
1.
Instellen van de werkingsmodus 41
(zo kunt u het codeklavier bedienen met een magneetsleutel)
Voorbeeld: (instellen van de werkingsmodus 41)
*
123456
41
Opgelet !!! Deze instelling dient niet steeds herhaald te worden bij volgende programmeringen.
Magneetsleutel : Identificatieplaats 100 - 987
2.
Toevoegen en verwijderen van een magneetsleutel met de MASTER magneetkaart
2.1
Toevoegen van een magneetsleutel
Voorbeeld: (toevoegen van een magneetsleutel)
invoer MASTER magneetkaart (kant kaart "To Add User")
invoer magneetsleutel
Invoer MASTER magneetkaart (kant kaart "To Add User")
Deze magneetsleutel wordt dan toegewezen aan de eerst volgende beschikbare identificatieplaats tussen 100 en 987.
2.2
Verwijderen van een magneetsleutel
Voorbeeld: (verwijderen van een magneetsleutel)
invoer MASTER magneetkaart (2x binnen de 5 seconden) (kant kaart "To Delete User")
invoer magneetsleutel
Invoer MASTER magneetkaart (kant kaart "To Delete User")
3.
Toevoegen van een magneetsleutel zonder identificatieplaats
Voorbeeld: (toevoegen van een magneetsleutel)
*
123456
1
magneetsleutel inlezen
Deze magneetsleutel wordt dan toegewezen aan de eerst volgende beschikbare identificatieplaats tussen 100 en 987.
18
#
#
*
#
#
*