BEDIENING
Toestelbeschrijving
Gebruik het toestel enkel als het volledig geïnstalleerd is en als
alle veiligheidsvoorzieningen aangebracht zijn.
Het is niet toegestaan in de kamers de kleppen voor toevoer- en
afvoerlucht anders in te stellen. Deze zijn tijdens de ingebruik-
name afgesteld.
Het is niet toegestaan om veranderingen door te voeren aan de
interne elektronica van het toestel en de bediening.
WAARSCHUWING verbranding
Bij uitlooptemperaturen van meer dan 43 °C bestaat ge-
vaar voor brandwonden.
WAARSCHUWING letsel
!
Het toestel kan door kinderen vanaf 8 jaar, alsmede
door personen met verminderde fysieke, sensorische of
geestelijke vermogens of met een gebrek aan ervaring
en kennis gebruikt worden, wanneer er toezicht op hen
gehouden wordt, of wanneer ze met betrekking tot het
veilige gebruik van het toestel geïnstrueerd zijn en de
gevaren die daaruit ontstaan, begrepen hebben. Kinde-
ren mogen niet met het toestel spelen. Kinderen mogen
zonder toezicht geen reiniging of gebruikersonderhoud
uitvoeren.
WAARSCHUWING elektrische schok
Het is verboden het toestel te besproeien met water of
andere vloeistoffen.
Instructie
Het is niet toegestaan specifieke regelinstellingen van de
installatie te veranderen. De regeling is door uw instal-
lateur ingesteld in functie van de plaatselijke omstan-
digheden van uw woning en uw persoonlijke wensen.
Om te voorkomen dat de parameters die specifiek voor
de installatie zijn, onopzettelijk worden veranderd, zijn
deze via controle met een CODE beveiligd.
De parameters die zijn bestemd voor het aanpassen van
het toestel aan uw persoonlijke wensen, zijn niet bevei-
ligd met een code.
2.3
Keurmerk
Zie typeplaatje
Het typeplaatje zit aan de rechterzijde van het toestel.
3.
Toestelbeschrijving
3.1
Gebruikseigenschappen
Een lucht-water-warmtepomp onttrekt warmte-energie aan de
afgevoerde lucht via een buizenstelsel. Deze energie wordt afge-
geven aan het warme water. Het afgekoelde luchtdebiet wordt als
afgezogen lucht naar de open lucht afgevoerd.
Via kleppen in de buitenmuur stroomt verse buitenlucht naar bin-
nen en vervangt de verbruikte lucht die via de warmtepompen
werd afgevoerd.
4
| LWA 252 / LWA 252 SOL
Bijzonderheden van het toestel LWA 252 SOL
Bij dit model toestel is in de warmwaterboiler een extra warm-
tewisselaar ingebouwd voor de zonneverwarming van het warm
water.
3.2
Functiebeschrijving
3.2.1 Warmtepompbedrijf
Dit is de normale werkwijze die binnen de gebruiksgrenzen van
de warmtepomp (zie het hoofdstuk „Technische gegevens/gege-
venstabel") kan worden uitgevoerd. Om de boilerinhoud van circa
300 liter water van 15 °C naar 55 °C op te warmen of bij te verwar-
men, heeft het toestel conform EN 255 deel 3 het volgende nodig:
ϑ
τ
τ
afvoerlucht
verwarmen
bijverwarmen
11 h
5,5 h
20 °C
10 h
5,0 h
20 °C
Elektr. nood-/bijverwarming
Bij een grotere watervraag of wanneer de warmtepomp van het
toestel al enige tijd was uitgeschakeld en er binnen afzienbare tijd
warm water nodig is, is het mogelijk met de bijverwarming het
verwarmingsproces te versnellen. Hiervoor zijn instellingen op
het 3e bedieningsniveau nodig die alleen door de vakman mogen
worden ingevoerd.
Uit hoofde van energiezuinigheid verwarmt de bijverwarming
alleen het bovenste derde deel van de boiler (circa 100 liter). Dat
duurt circa 3 uur.
3.2.2 Ventilatiebedrijf
Als het toestel van stroom wordt voorzien, is de ventilator van
het toestel in bedrijf. Deze kan op het toestel niet apart worden
uitgeschakeld.
3.2.3 Bedrijf buiten de gebruiksgrenzen
Temperatuur afvoerlucht onder 15 °C
Wanneer de temperatuur van de afvoerlucht lager is dan 15 °C
ontstaat er rijp op de verdamper, afhankelijk van de luchtvoch-
tigheid en het luchtdebiet.
Het toestel wordt via een functie voor vorstbescherming uitge-
schakeld.
Na ontdooiing wordt het toestel weer automatisch ingeschakeld.
Temperatuur afvoerlucht boven 30 °C
Indien de temperatuur van de afvoerlucht hoger is dan ca. 30 °C,
wordt de warmtepomp door de veiligheidsinrichtingen uitge-
schakeld. Na een afkoelingsperiode wordt de warmtepomp weer
automatisch ingeschakeld. Indien de temperatuur van de afvoer-
lucht nog hoger is dan ca. 30 °C, wordt de warmtepomp opnieuw
uitgeschakeld.
Materiële schade
!
Er moeten maatregelen worden getroffen om de tempe-
ratuur van de afvoerlucht niet boven 30 °C te laten stijgen.
F
V
rel
lucht
3
40 %
125 m
/u
3
40 %
250 m
/u
www.stiebel-eltron.com