5
Voer een naam in ➞ druk op [OK].
Voor de naam van de toets kunt u maximaal 10 tekens invoeren.
De toegewezen naam wordt weergegeven op de toets.
OPMERKING
• Voor instructies met betrekking tot het invoeren van tekens, raadpleegt u Hoofdstuk
"Basishandelingen" in de Naslaggids.
• Als u op [OK] drukt zonder tekens in te voeren, gaat de naam van de toets terug naar de huidige
naam (standaard M1 - M4).
6
Druk op [Annuleren] ➞ [Gereed].
Het display keert terug naar het scherm met basisfuncties voor kopiëren.
OPMERKING
Door op [Annuleren]
weergegeven ([M1] t/m [M4]), maar worden de opgeslagen instellingen niet opgeroepen. Indien
➞
u op [OK]
[Gereed] drukt, wordt de naam onder de geselecteerde toets opgeslagen ([M1] t/m
[M4]) en worden tegelijkertijd de instellingen opgeroepen.
➞
[Gereed] te drukken, wordt alleen de naam van de geselecteerde toets
3-29
Geheugentoetsen
3