4 EERSTE INBEDRIJFSTELLING
4.7
SLEUTELPROGRAMMA – NUMERIEKE CODE
S L E U T E L P R O G R A M M A
0 1 :
0 2 : S l e u t e l
0 3 : S l e u t e l
0 4 : S l e u t e l
S L E U T E L P R O G R A M M A
0 1 : C o d e
0 2 : S l e u t e l
0 3 : S l e u t e l
0 4 : S l e u t e l
S L E U T E L P R O G R A M M A
0 1 : C o d e
0 2 : S l e u t e l
0 3 : S l e u t e l
/
0 4 : S l e u t e l
S L E U T E L P R O G R A M M A
0 1
: C o d e
0 2 : S l e u t e l
0 3 : S l e u t e l
0 4 : S l e u t e l
Opmerking over het gebruik van de numerieke code:
Om de inbraakinstallatie in en uit te schakelen drukt u eerst op de
centrale, vervolgens de code intoetsen.
2
3
4
O p s l a a n
1
2
3
4
O p s l a a n
1
2
3
4
I n s c h a k
1
2
3
4
U i t s c h a k
Een identificatienaam voor de nu-
merieke code intoetsen
Druk op
om te bevestigen
Met de toetsen
selecteren
Druk op
om te bevestigen
Als de programmering van de sleutels klaar is,
houdt u de
toets ingedrukt totdat het begin-
scherm weer op de display terugkeert
de functie Inschak
/
toets van de inbraak-
29