PROBLEEM
[4] (Vervolg)
[5] De aandrijfmotor
en compressor
starten maar er
wordt geen ijs
geproduceerd.
2. LAGE IJSPRODUCTIE
PROBLEEM
[1] Lage ijsproductie a) Koelmiddelleiding
MOGELIJKE OORZAAK
c) Compressor
d) Stroomvoorziening
e) Besturingsprintplaat 1. Defect.
f) Startcondensator of
werkcondensator
a) Koelmiddelleiding
MOGELIJKE OORZAAK
b) Druk aan
hogedrukkant te
hoog
c) Expansieventiel
(niet regelbaar)
d) Verdamper
1. Losse aansluitingen.
2. Motorwikkeling
onderbroken of
geaard.
3. Motorbeveiliging
geactiveerd.
1. Stroomcapaciteit te
laag.
1. Defect.
1. Gaslek.
2. Koelmiddelleiding
verstopt.
1. Gaslek.
2. Koelmiddelleiding
verstopt.
3. Te vol.
1. Vervuild luchtfilter of
vervuilde condensor.
2. Omgevings- of con-
densorwatertempera-
tuur te hoog.
3. Druk condensorwater
te laag of
uitgeschakeld.
4. Ventilator draait te
langzaam.
5. Waterregelventiel
verstopt.
6. Slechte ventilatie.
7. Minder dan opgegeven
ruimte vrij aan
achterkant, zijkanten
en bovenkant.
1. Druk lagedrukkant te
hoog.
1. Pijp verdamper
gebroken.
132
132
OPLOSSING
1. Vastdraaien.
2. Vervangen.
3. Oorzaak van te hoge
temperatuur of te hoge
stroom zoeken.
1. Geleider van een groter
formaat installeren.
1. Vervangen.
1. Vervangen.
1. Controleren op lekkage
met een lekdetector. Lek
repareren, droger vervangen
en met koelmiddel vullen. De
hoeveelheid koelmiddel staat
op het typeplaatje of het
label.
2. De verstopte component
vervangen.
OPLOSSING
1. Zie 1 - [5] - a).
2. De verstopte component
vervangen.
3. Opnieuw vullen.
1. Reinigen.
2. Controleren op aanbevolen
temperatuur.
3. Controleren en aanbevolen
druk bewerkstelligen.
4. Vervangen.
5. Reinigen.
6. Eventuele voorwerpen die
de ventilatieopeningen
blokkeren, verwijderen.
7. Zorg dat er voldoende ruimte
vrij is voor ventilatie.
1. Vervangen.
1. Vervangen.