Inhoudsopgave
Advertenties
4.4
AANSLUITEN GREENCOMFORT MODULE BIJ VENTILATIE TYPE D
De GreenComfort module wordt op het ventilatiekanaal aangesloten met de
openingen op de bovenkant en onderkant van het product. Bekijk de infobladen voor
verdere tips.
Let op!
De dakdoorvoer en het luchtaanvoerkanaal naar de GreenComfort
2
module dienen star aangesloten te worden met een uitwendig thermisch
geïsoleerde buis met een inwendige diameter van 150 mm. Dit is nodig
om aan de geluidsspecificaties te voldoen en om condensvorming te
voorkomen.
1. Sluit het ventilatieluchtaanvoerkanaal aan op de
opening voor uitgaande lucht vanuit de
GreenComfort module (Figuur 10-E). Zorg dat de
aansluiting luchtdicht is.
2. Sluit de dakdoorvoer aan op de opening voor
ingaande buitenlucht naar de GreenComfort
module (Figuur 10-F).
a. Zorg dat de aansluiting luchtdicht is;
b. Gebruik een uitwendig thermisch geïsoleerde
buis met een inwendig diameter van 150 mm.
Volg de onderstaande richtlijnen om de ventilatiekanalen correct aan te leggen. Dit
zorgt ervoor dat er zo min mogelijk weerstand in de kanalen ontstaat waardoor de
GreenComfort module minder stroom verbruikt en minder geluid maakt:
− Vermijd scherpe overgangen of scherpe bochten;
− Gebruik twee bochten van 45° in plaats van één bocht van 90°;
− Gebruik ronde en gladde bochten;
− Gebruik geen flexibele aansluitslangen;
− Gebruik toevoer- of inblaasventielen met een drukval tussen 10 en 20 Pa;
− Gebruik een rechte geluidsdemper in de luchtaanvoer.
20
F
E
Figuur 10
Luchtaansluiting
GreenComfort module
Advertenties
Inhoudsopgave
