6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Hoofdmenu
Inbedrijfname/medium
34
6.3 Parametrering
Door de parametrering wordt het instrument op de toepassingsoms-
tandigheden aangepast. De parametrering verloopt via een bedie-
ningsmenu.
Het hoofdmenu is in vijf bereiken verdeeld met de volgende
functionaliteit:
Inbedrijfname: instellingen bijv. meetplaatsnaam, medium toepas-
sing, tank, inregeling, signaaluitgang
Display: instellingen bijv. voor taal, meetwaarde-aanwijzing, verlich-
ting
Diagnose: informatie bijv. over instrumentstatus, sleepwijzer, meet-
nauwkeurigheid, simulatie, echocurve
Overige instellingen: instrumenteenheid, stoorsignaalonderdrukking,
lineariseringscurve, reset, datum/tijd, kopieerfunctie
Info: instrumentnaam, hard- en softwareversie, kalibratiedatum,
instrumentspecificaties
Informatie:
In deze handleiding worden de instrumentspecifieke parameters
binnen de menu's "Inbedrijfnam", "Diagnose" en "Overige instellingen"
beschreven. De algemene parameters binnen deze menubereiken
worden in de handleiding "Display- en bedieningsmodule" beschre-
ven.
In de handleiding "Display- en bedieningsmodule" vindt u ook de
beschrijving van de menubereiken "Display" en "Info".
In het hoofdmenupunt "inbedrijfname" moeten voor een optimale
instelling van de meting de afzonderlijke submenupunten opeenvol-
gend worden gekozen en ingesteld op de juiste parameters. De
procedure wordt hierna beschreven.
Ieder product heeft een ander reflectiegedrag. Bij vloeistoffen komen
daar onrustige oppervlakken en schuimvorming als storende factoren
bij. Bij stortgoed is dit de stofontwikkeling, het talud en extra echo's
door de tankwand.
Om de sensor aan deze verschillende meetomstandigheden aan te
passen, moet in dit menupunt eerst de keuze "vloeistof" of "stortgoed"
worden gemaakt.
VEGAPULS 61 • Toelating conform LPR-radiorichtlijn