Algemene bediening > Gebruik van de verschillende functies
Scherpte
Stel de scherpte van het beeld in.
Bij het kopiëren van originelen in potlood met ruwe of onderbroken lijnen, kunnen heldere kopieën verkregen worden
door de scherpte hoger in te stellen met [Verscherpen]. Bij het kopiëren van rasterpuntpatronen zoals tijdschriftfoto's
waarin een moirépatroon* verschijnt, kan het moiré-effect verzacht en verminderd worden door de scherpte lager in te
stellen met [Vervagen].
* Patronen die gevormd worden door onregelmatige verdeling van halftoonrasterpunten.
Minder scherp
1
2
Origineel
Geef het scherm weer.
1
Raadpleeg Gebruik van de verschillende functies op pagina 3-31 voor het weergeven van
het scherm.
2
Druk op [Functies] en vervolgens op [Scherpte].
Gereed voor Kopiëren. (Kleur)
Kopiëren
Papier-
Zoomen
selectie
Auto
100%
Duplex
Combineer
1
1-zijdig>>1-zijdig
Uit
Functies
Stel de scherpte in.
Gereed voor Kopiëren. (Kleur)
Scherpte
Vervagen
-3
-2
-1
0
+1
Annuleren
Druk op [-3] tot [+3] (Vervagen - Verscherpen) om de scherpte in te stellen.
10:10
Kopieën
Dichtheid
Normaal 0
Sorteer/
verschuif
Sorteren
Favorieten
10:10
Scherp
+2
+3
OK
3-57
Kopiëren
Scherper
Gereed voor Kopiëren. (Kleur)
Functies
2
Kleurbalans
Scherpte
Dichtheid achtergrond aanpassen
Doorschijnen voorkomen
Sluiten
Gebruik [
] of [
] om naar boven of
naar beneden te scrollen.
Scannen
Verzenden
naar USB
10:10
Uit
0
3/5
Uit
Uit
toev./bew
Sneltoets