1.4
Aanpassing beeldkwaliteit
Selecteer [Aanpassing beeldkwaliteit] in het scherm
Aanpassing beeldkwaliteit.
1.4.1
Aanpassing grijsbalans kopieermachine
Hiermee kan de gradatie-intensiteit voor het afdrukken in
de kopieerfunctie worden aangepast door het testdeel
visueel te meten.
1) Selecteer [Grijsbalans aanpassen (voor Kopie)] in het
scherm Aanpassing beeldkwaliteit.
2) Start de afstelling door te tikken op de toets [Uitvoeren]
in het scherm Aanpassing grijsbalans kopieermachine.
3) Er wordt een aanpassingspatroon afgedrukt.
4) Raadpleeg het afstelpatroon en selecteer het
dichtheidspunt dat u wilt aanpassen. Voer de gewenste
waarde in en tik op de toets [Uitvoeren].
Voorbeeld van het scherm Aanpassing grijsbalans
kopieermachine
Om de densiteitspunten afzonderlijk te wijzigen
De densiteitspunten kunnen afzonderlijk worden
opgegeven.
Invoerbereik: [1] tot [999]
Standaard: elk [500]
Om alle densiteitspunten tegelijkertijd te wijzigen
De densiteitspunten kunnen ook allemaal tegelijkertijd
worden opgegeven door het selectievakje [In batch
instellen] aan te vinken.
Invoerbereik: [1] tot [999]
Het selectievakje [In batch instellen] is standaard niet
aangevinkt. Wanneer dit selectievakje aangevinkt is,
verschijnt de waarde [500] in het tekstvak.
Opmerking:
Wanneer het selectievakje [In batch instellen]
aangevinkt is, zijn densiteitspunten 1-17 uitgegrijsd.
Wanneer dit selectievakje niet aangevinkt is, is het
tekstvak voor [In batch instellen] niet actief. (U hoort
een piep wanneer op het tekstvak wordt getikt.)
5) Start de afstelling door te tikken op de toets [Uitvoeren] in
het scherm Aanpassing grijsbalans kopieermachine.
Opmerking:
Om uw voorkeuren terug op de fabrieksinstellingen in
te stellen, tikt u op de toets [Terug naar
uitgangswaarden (Grijsbalans aanpassen)]. Als het
bevestigingsbericht wordt weergegeven, tikt u op de
toets [OK]. Uw voorkeuren worden teruggezet op de
fabrieksinstellingen en het scherm keert terug naar
het scherm Aanpassing beeldkwaliteit.
1.4.2
Afstelling grijsbalans printer
Hiermee kan de gradatie-intensiteit voor het afdrukken in
de afdrukfunctie worden aangepast door het testdeel
visueel te meten.
1) Selecteer [Afstelling grijsbalans printer] in het scherm
Aanpassing beeldkwaliteit.
2) Start de afstelling door te tikken op de toets [Uitvoeren]
in het scherm Afstelling grijsbalans printer.
3) Er wordt een aanpassingspatroon afgedrukt.
4) Raadpleeg het aanpassingspatroon en selecteer de
kleur en het densiteitspunt voor de aanpassing. Voer
de gewenste waarde in en tik dan op de toets
[Uitvoeren].
Voorbeeld van het scherm Afstelling grijsbalans printer
Om de densiteitspunten afzonderlijk te wijzigen
De densiteitspunten kunnen afzonderlijk worden
opgegeven.
Invoerbereik: [1] tot [999]
Standaard: elk [500]
Om alle densiteitspunten tegelijkertijd te wijzigen
De densiteitspunten kunnen ook allemaal tegelijkertijd
worden opgegeven door
het selectievakje [In batch instellen] aan te vinken.
Invoerbereik: [1] tot [999]
Het selectievakje [In batch instellen] is standaard niet
aangevinkt. Wanneer dit selectievakje aangevinkt is,
verschijnt de waarde [500] in het tekstvak.
12