Installatie
■
De accu nooit in de buurt van open vuur gebruiken of bewaren.
■
Leg de accu nooit in een magnetron, werp hem niet in het vuur en stel hem
ook niet op een andere manier bloot aan grote hitte.
■
Draag of bewaar de accu nooit samen met andere elektrisch geleidende
artikelen (halskettingen, potloden enz.)
■
Haal de accu nooit uit elkaar, wijzig deze nooit op welke manier dan ook en stel
deze nooit bloot aan sterke schokken of stoten.
■
Dompel de accu nooit onder in zoet of zout water.
■
De accu nooit gebruik of bewaren in direct zonlicht, in een auto die in fel
zonlicht is geparkeerd of op andere plekken met hoge temperaturen.
■
Als u merkt dat er vloeistof uit de accu lekt, er een ongewone geur uit komt,
deze warm wordt, een andere kleur of vorm krijgt of er iets anders abnormaals
mee gebeurt, terwijl u de accu gebruikt, oplaadt of bewaart, dient u de accu
meteen uit de handset te halen en uit de buurt van open vuur te houden.
■
De accuvloeistof kan uw gezichtsvermogen aantasten. Als er per ongeluk
accuvloeistof in uw ogen terechtkomt, dient u uw ogen meteen met
leidingwater uit te spoelen en daarna een arts te raadplegen.
■
Als de accu door kinderen wordt gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat een
verantwoordelijke volwassene de kinderen op de hoogte brengt van de
voorzorgsmaatregelen en het juiste gebruik en erop te letten dat de kinderen
op de juiste manier met de accu omgaan.
■
Als er per ongeluk accuvloeistof op uw kleding of huid terechtkomt, dient u de
plek meteen met leidingwater te spoelen. Langdurig contact met de
accuvloeistof kan tot onsteking van de huid leiden.
Voorzorgsmaatregelen tijdens het gebruik
■
De accu is alleen voor gebruik van deze handsets bestemd.
■
Gebruik voor het opladen alleen het meegeleverde laadstation.
■
Als de accu nieuw is, is deze niet opgeladen. U dient deze daarom op te laden,
voordat u deze voor het eerst gebruikt.
■
Gebruik van accu in een koude omgeving kan de verwachte bedrijfsduur van
een volledige lading verkorten. Laad de accu op op een plek waar de
temperatuur tussen de 10° C en 35° C ligt. Opladen buiten dit
temperatuurbereik kan leiden tot een oplaadduur die langer is dan normaal of
zelfs tot het mislukken van het opladen.
14