13 |
NEDERLANDS
3.5 Aangemelde sensoren
De bewegingsmelder en het deur/raamcontact welke bij het alarmsysteem zijn
meegeleverd zijn al aangemeld. De bewegingsmelder staat standaard in de
Thuisgroep aangemeld en het deur/raamcontact staat in de thuis en normale groep
aangemeld.
Het deur/raamcontact is gekoppeld aan Zone 1. De bewegingsmelder is gekoppeld
aan Zone 2.
De bijgeleverde afstandsbedieningen en RFID-tags zijn ook reeds aangemeld.
Zie hoofdstuk
"Wijzig sensor (zone) naam"
voor meer informatie over zones.
4.0 Toevoegen van accessoires / sensoren
4.1 Toevoegen van een bewegingsmelder en deur/raam
sensor
Wanneer een nieuwe sensor wordt toegevoegd, moet deze worden toegewezen aan
een beveiligingstype zoals beschreven in het hoofdstuk
Uitleg van de
groepen.
Om een sensor toe te voegen:
1. Schakel de sensor in door de batterijen te plaatsen.
2. Toets op het alarmpaneel de pincode +
-toets in om het systeem uit te
schakelen.
3. Toets pincode + 15 + beveiligingstype +
-toets in om het aanmeldproces te
starten. De
-LED knippert gedurende 30 seconden en je hoort eenmalig een piep.
4. Activeer binnen 30 seconden de sensor om deze te koppelen aan het
alarmsysteem met behulp van de leer- / sabotageknop op de sensor zelf.
5. Als een sensor met succes is gekoppeld, gaat de
-LED gedurende 1 seconde
aan, samen met een lange pieptoon. De led van het toetsenbord gaat aan om het
toegewezen zonenummer aan te geven. (Nummers 1 - 9 voor zones 1 - 9, nummer 0
voor de zones 10 of hoger).
6. Als het verbinden is mislukt, wordt na 30 seconden het aanmelden afgebroken en
hoor je 3 korte pieptonen.
7. Druk op de
-toets om het aanmelden te beëindigen.
Let op: het eerste geregistreerde accessoire is toegewezen aan zone 1, het tweede
geregistreerde accessoire is toegewezen aan zone 2, enz. Zones 1 t / m 9 kunnen
worden hernoemd. De zones 10 tot 100 kunnen niet worden hernoemd. Het wordt