VERVANGING VAN DE INKTPATROON
Alvorens de in dit gedeelte beschreven procedures uit te voeren, dient u de veiligheidsinformatie in het
gedeelte "Aanwijzingen met betrekking tot de veiligheid" aan het begin van deze handleiding
aandachtig te lezen en nauwkeurig op te volgen.
Raadpleeg "Oplossingen en assistentie" van de Toolbox voor informatie met betrekking tot het
aanschaffen van nieuwe patronen bij de fabrikant. Zie "De Toolbox" voor het openen van de Toolbox.
Om de correcte werking van de printer en een hoge printkwaliteit te garanderen, is het van
fundamenteel belang dat uitsluitend originele inktpatronen worden gebruikt.
1
Schakel de printer in.
2
Controleer of er papier is geladen. zie "Papier laden".
3
Open de rechter buitenklep van de printer door op het middengedeelte ervan te drukken om hem te
ontgrendelen, en trek vervolgens de binnenklep van de printer open. De patroonhouder verplaatst zich
naar de laadpositie, geheel rechts van de printwagen.
4
Trek met uw wijsvinger aan de bovenrand van de inktpatroon, en draai hem naar onder. Verwijder de
patroon uit zijn houder.
5
In geval van installatie van een nieuwe patroon, hem uit de verpakking nemen, en vervolgens
voorzichtig de beschermfolie van de inktsproeiers verwijderen. RAAK NOOIT DE CONTACTEN of de
inktsproeiers van de patroon aan. Houd de patroon aan de zijkanten vast.
INKTPATROON
29