4
4.3 Meting van de emissies door een schoorsteenveger resp. controle-
instantie
4.3.1 Meting in stukhoutbedrijf met nominale belasting
4.3.2 Meting in stukhoutbedrijf met gedeeltelijke belasting (indien nodig)
36
Meting van de emissies door een schoorsteenveger resp. controle-instantie
Diverse wettelijke bepalingen schrijven regelmatige controles van verwarmingssyste‐
men voor. In Duitsland is dit door de 1e BImSchV i.d.g.F en in Oostenrijk door diverse
nationale wetten geregeld. In principe moet de ketel 2-3 verwarmingsdagen vóór de
meting worden gereinigd. Op de dag van de meting moet voor voldoende warmteafna‐
me worden gezorgd (bv. de buffer moet de warmte voor de tijdsduur van de meting
kunnen opnemen).
❒ Op de serviceprogrammatoets drukken
▪ De ketel werkt gedurende 45 min. met nominale belasting
- Keteltemperatuur wordt ingesteld op 85 °C
- Verwarmingspompen worden ingeschakeld en de mengventielen gaan open
- Boilervulling wordt geactiveerd
❒ Meting uitvoeren in de volgende omstandigheden
➥ Temperatuur van het verbrandingsgas van ongeveer 170°C
➥ CO
-gehalte van het verbrandingsgas tussen 10 en 14%
2
➥ Keteltemperatuur boven 65 °C
Na de meting bij nominale belasting in schoorsteenvegerbedrijf:
❒ Op de standby-toets drukken
▪ Automatisch bedrijf wordt geactiveerd
Voor warmteafname zorgen:
❒ Zorgen dat de verwarmingspompen ingeschakeld zijn
❒ Mengventielen en kleppen van verwarmingstoestellen openen
❒ Boilervultijd instellen op huidige tijd
Gedeeltelijke belasting afdwingen:
❒ Keteltemperatuur met 3 - 4°C verlagen
❒ Meting uitvoeren in de volgende omstandigheden
➥ Temperatuur van het verbrandingsgas van ongeveer 140°C
➥ CO
-gehalte van het verbrandingsgas tussen 10 en 14%
2
➥ Keteltemperatuur boven 65 °C
❒ Na de meting moeten alle gewijzigde parameters (bv. boilervultijden,...) worden
teruggezet op de oorspronkelijke waarde!
Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
Onderhoud van de ketel