38
Navigatie
Autozoomfunctie
Als de autozoomfunctie geactiveerd
is (er staat AUTO onder de kaart‐
weergave), verandert het zoomni‐
veau automatisch bij het naderen van
een afslag tijdens actieve routebege‐
leiding. Op deze manier hebt u altijd
een goed overzicht van de desbetref‐
fende manoeuvre.
Als de autozoomfunctie gedeacti‐
veerd is, blijft het geselecteerde
zoomniveau hetzelfde gedurende de
gehele routebegeleiding.
Om de functie te activeren of deacti‐
veren:
Selecteer MENU gevolgd door
Instellingen en het tabblad Lay-out
kaart.
Activeer of deactiveer Automatische
instelling van de zoom.
Kaart manipuleren
Zichtbaar kaartgedeelte verschuiven
Plaats uw vinger op een willekeurig
punt op het scherm en beweeg de
vinger in de gewenste richting.
De kaart beweegt mee en er wordt
een nieuwe kaartsectie weergege‐
ven. Er verschijnt een nieuwe knop‐
penbalk.
8: toont opnieuw het gebied rond de
actuele locatie.
9: toont het gebied rondom het
thuisadres.
0: toont het gebied rond de bestem‐
ming.
Selecteer 3 om terug te keren
naar het standaardweergave voor
navigatie.
Zichtbaar kaartgedeelte centreren
Tik op de gewenste locatie op het
scherm om de kaart rond de locatie te
centreren.
Bij de desbetreffende locatie
verschijnt K in rood en het bijbeho‐
rende adres wordt op een label weer‐
gegeven.
Handmatig inzoomen
U zoomt in om een specifieke locatie
op de kaart door twee vingers op het
scherm te zetten en ze uit elkaar te
bewegen.
Of tik op + onder de kaartweergave.