Over papier
De afdrukkwaliteit van uw document kan worden beïnvloed door het
soort papier dat u in de machine gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u hebt
gekozen, dient u de papiersoort altijd in te stellen op het soort papier
dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier,
transparanten en enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen alvorens
een grote hoeveelheid aan te schaffen.
Voor de beste resultaten dient u uitsluitend het aanbevolen papier te
gebruiken.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat papier),
transparanten en glanzend papier, moet in het tabblad
"Normaal" van het printer-stuurprogramma of in de instelling
Type papier in het menu (
papier zijn geselecteerd.
Voorkom bovendien dat er te veel papier bij de uitvoer wordt
gestapeld.
Omgaan met speciaal papier
Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze
gesloten blijft. Zorg dat het papier plat ligt en houd het uit de buurt
van vocht, direct zonlicht en warmte.
De gecoate zijde van glanzend papier glimt. Zorg dat u de
glimmende (gecoate) zijde niet aanraakt. Plaats glanzend papier
met de glimmende zijde naar u toe in de machine.
Voorkom dat u de voor- of achterkant van transparanten
aanraakt, daar deze gemakkelijk water en transpiratie
absorbeert, wat afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit.
Transparanten die voor laserprinters en -kopieerapparaten
ontworpen zijn, kunnen het volgende document bevlekken.
Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor
inkjetprinters.
Menu/Set
1
2
,
,
DOCUMENTEN EN PAPIER LADEN 2 - 4
) altijd het juiste type