Aandachtspunten tijdens
het gebruik
Voor u de camera gaat gebruiken
• Neem, als u op reis gaat, het document Worldwide Service Network mee
dat deel uitmaakt van het pakket. Dit komt van pas bij problemen
in het buitenland.
• Wanneer de camera lange tijd niet is gebruikt, controleer dan of alles
nog goed werkt, vooral als u belangrijke opnamen wilt maken
(bijvoorbeeld bij een huwelijk of op reis). Als uw camera of
opnamemedium (SD-geheugenkaart) een defect vertoont, kunt u er niet
zeker van zijn dat beelden correct worden opgenomen of afgespeeld
of ongeschonden naar een computer worden gekopieerd.
Over de batterij en de batterijlader
6
• Voor een optimale werking van de batterij bewaart u ze niet in volledig
opgeladen toestand of bij hoge temperaturen.
• Als de camera gedurende langere tijd niet wordt gebruikt terwijl een
batterij is geplaatst, kan de batterij te ver ontladen, wat ten koste gaat
van de levensduur.
• Het verdient aanbeveling de batterij een dag voor gebruik, of op de dag
van gebruik zelf op te laden.
• Het bij de camera geleverde netsnoer dient uitsluitend te worden
gebruikt voor de batterijlader D-BC68P. Gebruik het netsnoer niet
voor andere apparaten.
Voorzorgsmaatregelen voor het dragen en gebruiken
van de camera
• Stel de camera niet bloot aan hoge temperaturen of hoge
luchtvochtigheid. Laat de camera niet achter in een voertuig,
omdat met name in auto's de temperatuur zeer hoog kan oplopen.
• Stel de camera niet bloot aan zware trillingen, schokken of druk.
Gebruik een kussen om de camera te beschermen tegen trillingen
van een motor, auto of schip.
112
• Het temperatuurbereik voor gebruik van de camera is 0°C tot 40°C
(32°F tot 104°F).
• De monitor kan bij hoge temperaturen zwart worden, maar werkt weer
normaal bij een normale omgevingstemperatuur.
• De reactiesnelheid van de monitor kan traag worden bij lage
temperaturen. Dit ligt aan de eigenschappen van de vloeistofkristallen
en is geen defect.
• Plotselinge temperatuurschommelingen veroorzaken condensvorming
aan de binnen- en buitenkant van de camera. Doe de camera in de
draagtas of een plastic zak en haal deze er pas uit als het
temperatuurverschil tussen de camera en de omgeving minimaal
is geworden.
• Vermijd contact met afval, modder, zand, stof, water, gifgassen
of zouten, aangezien de camera hierdoor defect kan raken. Als er
regen- of waterdruppels op de camera komen, veeg deze dan weg.
• Druk niet met kracht op de monitor. Het risico bestaat dat de monitor
hierdoor gaat barsten of niet meer naar behoren functioneert.
• Draai de bevestigingsbout niet te vast aan wanneer u de camera op een
statief plaatst.
De camera schoonmaken
• Maak de camera niet schoon met organische oplosmiddelen zoals
verfverdunner, alcohol of benzine.
• Verwijder stof dat zich op het objectief heeft verzameld met een
lenskwastje. Gebruik nooit een spuitbus voor het schoonmaken,
omdat het objectief hierdoor beschadigd kan raken.
• Neem contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum voor
professionele reiniging van de CMOS-sensor. (Deze dienst is
niet gratis.)
• Laat de camera om de één tot twee jaar nakijken om de prestaties
van het product op peil te houden.