Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT Automationdrive FC 300 Handleiding pagina 177

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT Automationdrive FC 300:
Inhoudsopgave

Advertenties

FC 300 Design Guide
Onder snelh., laag
is lager dan is ingesteld in par. 4-52.
Boven snelh., hoog
is hoger dan is ingesteld in par. 4-53.
Therm. waarsch.
wanneer de temperatuurgrens in de motor,
de frequentieomvormer, de remweerstand
of de thermistor is overschreden.
Gereed, therm. ok
tieomvormer is gereed en er is geen
waarschuwing wegens overtemperatuur.
Ext., gereed, gn th.
frequentieomvormer is gereed en staat
in de Auto-Aanmodus. Er is geen waarschuwing
wegens overtemperatuur.
Gereed, spann. ok
tieomvormer is gereed en de netspanning ligt
binnen het aangegeven spanningsbereik (zie
de sectie Algemene specificaties).
Omkeren
[25]: Omkeren actief. Logische
'1' = relais geactiveerd, 24 V DC wanneer
de motor rechtsom draait. Logische '0' =
relais niet geactiveerd, geen signaal wanneer
de motor linksom draait.
Bus ok
[26]: actieve communicatie (geen
time-out) via de seriële-communicatiepoort.
Koppelbegr. & stop
vrijloopstop en in koppelbegrenzingssituatie.
Het signaal is logisch '0' wanneer de
frequentieomvormer een stopsignaal heeft
ontvangen en de koppelbegrenzing heeft bereikt.
Rem, geen waarsch.
en er zijn geen waarschuwingen.
Rem klaar, geen fout
gereed en er zijn geen fouten.
Remfout (IGBT)
'1' wanneer de IGBT-rem kortsluiting heeft
gemaakt. Deze functie wordt gebruikt om de
frequentieomvormer te beveiligen indien er
een fout optreedt in de remmodules. Gebruikt
de uitgang/het relais om de netvoeding van
de frequentieomvormer af te sluiten.
Relais 123
[31]: het relais wordt geactiveerd
wanneer Veldbusprofiel [0] is geselecteerd
in par. 5-12. Bij OFF1, OFF2 of OFF3 (bit in
het stuurwoord) is het logisch '1'.
Mechanische rembesturing
het mogelijk om een externe mechanische rem
te bedienen. Zie de beschrijving in de sectie
Besturing mechanische rem en par. groep 2-2*.
Veilige stop actief
Veilige stop op klem 37 is geactiveerd.
Comparator 0
[60]: zie par. groep 13-1*.
De uitgang zal hoog worden als Comparator
*
standaardinstelling( )
Programmeren
[16]: de uitgangssnelheid
[17]: de uitgangssnelheid
[21]: deze functie is actief
[22]: de frequen-
[23]: de
[24]: de frequen-
[27]: wordt gebruikt bij
[28]: de rem is actief
[29]: de rem is
[30]: de uitgang is logisch
[32]: maakt
[33]: geeft aan dat de
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
display-tekst
[ ]
MG.33.B4.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
0 als TRUE wordt geëvalueerd. In overige
gevallen zal de uitgang laag zijn.
Comparator 1
[61]: zie par. groep 13-1*.
De uitgang zal hoog worden als Comparator
1 als TRUE wordt geëvalueerd. In overige
gevallen zal de uitgang laag zijn.
Comparator 2
[62]: zie par. groep 13-1*.
De uitgang zal hoog worden als Comparator
2 als TRUE wordt geëvalueerd. In overige
gevallen zal de uitgang laag zijn.
Comparator 3
[63]: zie par. groep 13-1*.
De uitgang zal hoog worden als Comparator
3 als TRUE wordt geëvalueerd. In overige
gevallen zal de uitgang laag zijn.
Log. regel 0
[70]: zie par. groep 13-4*.
De uitgang zal hoog worden als Log. regel
0 als TRUE wordt geëvalueerd. In overige
gevallen zal de uitgang laag zijn.
Log. regel 1
[71]: zie par. groep 13-4*.
De uitgang zal hoog worden als Log. regel
1 als TRUE wordt geëvalueerd. In overige
gevallen zal de uitgang laag zijn.
Log. regel 2
[72]: zie par. groep 13-4*.
De uitgang zal hoog worden als Log. regel
2 als TRUE wordt geëvalueerd. In overige
gevallen zal de uitgang laag zijn.
Log. regel 3
[73]: zie par. groep 13-4*.
De uitgang zal hoog worden als Log. regel
3 als TRUE wordt geëvalueerd. In overige
gevallen zal de uitgang laag zijn.
SL dig. uitgang F
[80]: zie par. 13-52
SL-controlleractie. De ingang zal hoog worden
wanneer de Smart Logic Action [38] Dig.
uitgang A hoog wordt uitgevoerd. De ingang
zal laag worden wanneer de Smart Logic Action
[32] Dig. uitgang A laag wordt uitgevoerd.
SL dig. uitgang B
SL-controlleractie. De ingang zal hoog worden
wanneer de Smart Logic Action [39] Dig.
uitgang B hoog wordt uitgevoerd. De ingang
zal laag worden wanneer de Smart Logic Action
[33] Dig. uitgang B laag wordt uitgevoerd.
SL dig. uitgang C
SL-controlleractie. De ingang zal hoog worden
wanneer de Smart Logic Action [40] Dig.
uitgang C hoog wordt uitgevoerd. De ingang
zal laag worden wanneer de Smart Logic Action
[34] Dig. uitgang C laag wordt uitgevoerd.
SL dig. uitgang D
SL-controlleractie. De ingang zal hoog worden
wanneer de Smart Logic Action [41] Dig.
uitgang D hoog wordt uitgevoerd. De ingang
zal laag worden wanneer de Smart Logic Action
[35] Dig. uitgang D laag wordt uitgevoerd.
[81]: zie par. 13-52
[82]: zie par. 13-52
[83]: zie par. 13-52
177

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave