FC 300 Design Guide
Onder snelh., laag
•
is lager dan is ingesteld in par. 4-52.
Boven snelh., hoog
•
is hoger dan is ingesteld in par. 4-53.
•
Therm. waarsch.
wanneer de temperatuurgrens in de motor,
de frequentieomvormer, de remweerstand
of de thermistor is overschreden.
Gereed, therm. ok
•
tieomvormer is gereed en er is geen
waarschuwing wegens overtemperatuur.
Ext., gereed, gn th.
•
frequentieomvormer is gereed en staat
in de Auto-Aanmodus. Er is geen waarschuwing
wegens overtemperatuur.
•
Gereed, spann. ok
tieomvormer is gereed en de netspanning ligt
binnen het aangegeven spanningsbereik (zie
de sectie Algemene specificaties).
Omkeren
[25]: Omkeren actief. Logische
•
'1' = relais geactiveerd, 24 V DC wanneer
de motor rechtsom draait. Logische '0' =
relais niet geactiveerd, geen signaal wanneer
de motor linksom draait.
Bus ok
[26]: actieve communicatie (geen
•
time-out) via de seriële-communicatiepoort.
•
Koppelbegr. & stop
vrijloopstop en in koppelbegrenzingssituatie.
Het signaal is logisch '0' wanneer de
frequentieomvormer een stopsignaal heeft
ontvangen en de koppelbegrenzing heeft bereikt.
Rem, geen waarsch.
•
en er zijn geen waarschuwingen.
Rem klaar, geen fout
•
gereed en er zijn geen fouten.
Remfout (IGBT)
•
'1' wanneer de IGBT-rem kortsluiting heeft
gemaakt. Deze functie wordt gebruikt om de
frequentieomvormer te beveiligen indien er
een fout optreedt in de remmodules. Gebruikt
de uitgang/het relais om de netvoeding van
de frequentieomvormer af te sluiten.
•
Relais 123
[31]: het relais wordt geactiveerd
wanneer Veldbusprofiel [0] is geselecteerd
in par. 5-12. Bij OFF1, OFF2 of OFF3 (bit in
het stuurwoord) is het logisch '1'.
Mechanische rembesturing
•
het mogelijk om een externe mechanische rem
te bedienen. Zie de beschrijving in de sectie
Besturing mechanische rem en par. groep 2-2*.
Veilige stop actief
•
Veilige stop op klem 37 is geactiveerd.
Comparator 0
[60]: zie par. groep 13-1*.
•
De uitgang zal hoog worden als Comparator
*
standaardinstelling( )
Programmeren
[16]: de uitgangssnelheid
[17]: de uitgangssnelheid
[21]: deze functie is actief
[22]: de frequen-
[23]: de
[24]: de frequen-
[27]: wordt gebruikt bij
[28]: de rem is actief
[29]: de rem is
[30]: de uitgang is logisch
[32]: maakt
[33]: geeft aan dat de
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
display-tekst
[ ]
MG.33.B4.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
0 als TRUE wordt geëvalueerd. In overige
gevallen zal de uitgang laag zijn.
Comparator 1
[61]: zie par. groep 13-1*.
•
De uitgang zal hoog worden als Comparator
1 als TRUE wordt geëvalueerd. In overige
gevallen zal de uitgang laag zijn.
Comparator 2
[62]: zie par. groep 13-1*.
•
De uitgang zal hoog worden als Comparator
2 als TRUE wordt geëvalueerd. In overige
gevallen zal de uitgang laag zijn.
•
Comparator 3
[63]: zie par. groep 13-1*.
De uitgang zal hoog worden als Comparator
3 als TRUE wordt geëvalueerd. In overige
gevallen zal de uitgang laag zijn.
Log. regel 0
[70]: zie par. groep 13-4*.
•
De uitgang zal hoog worden als Log. regel
0 als TRUE wordt geëvalueerd. In overige
gevallen zal de uitgang laag zijn.
Log. regel 1
[71]: zie par. groep 13-4*.
•
De uitgang zal hoog worden als Log. regel
1 als TRUE wordt geëvalueerd. In overige
gevallen zal de uitgang laag zijn.
Log. regel 2
[72]: zie par. groep 13-4*.
•
De uitgang zal hoog worden als Log. regel
2 als TRUE wordt geëvalueerd. In overige
gevallen zal de uitgang laag zijn.
•
Log. regel 3
[73]: zie par. groep 13-4*.
De uitgang zal hoog worden als Log. regel
3 als TRUE wordt geëvalueerd. In overige
gevallen zal de uitgang laag zijn.
SL dig. uitgang F
[80]: zie par. 13-52
•
SL-controlleractie. De ingang zal hoog worden
wanneer de Smart Logic Action [38] Dig.
uitgang A hoog wordt uitgevoerd. De ingang
zal laag worden wanneer de Smart Logic Action
[32] Dig. uitgang A laag wordt uitgevoerd.
SL dig. uitgang B
•
SL-controlleractie. De ingang zal hoog worden
wanneer de Smart Logic Action [39] Dig.
uitgang B hoog wordt uitgevoerd. De ingang
zal laag worden wanneer de Smart Logic Action
[33] Dig. uitgang B laag wordt uitgevoerd.
•
SL dig. uitgang C
SL-controlleractie. De ingang zal hoog worden
wanneer de Smart Logic Action [40] Dig.
uitgang C hoog wordt uitgevoerd. De ingang
zal laag worden wanneer de Smart Logic Action
[34] Dig. uitgang C laag wordt uitgevoerd.
•
SL dig. uitgang D
SL-controlleractie. De ingang zal hoog worden
wanneer de Smart Logic Action [41] Dig.
uitgang D hoog wordt uitgevoerd. De ingang
zal laag worden wanneer de Smart Logic Action
[35] Dig. uitgang D laag wordt uitgevoerd.
[81]: zie par. 13-52
[82]: zie par. 13-52
[83]: zie par. 13-52
177