5.4 Max/Min
De weergave rechts van de trendweergave (staafdiagram) toont de maximale waarde (2) en
daaronder de minimale waarde (3). Daarbij wordt altijd verwezen naar het weergegeven
zoomniveau. Als het apparaat opnieuw wordt opgestart, worden CO2-waarden weergegeven in de
trendweergave.
11
5.5 Real-time klok
De huidige tijd wordt in de rechterbovenhoek van het display weergegeven. De gebruiker kan de tijd
instellen in de TIJD-modus.
5.6 SD-kaart voor records (datalogging)
10
De Air CO2ntrol 5000 registreert meetwaarden (CO2, temperatuur en relatieve luchtvochtigheid)
zodra een SD-kaart wordt geplaatst. Het standaard meetcyclustempo is 5 seconden.
5.7 Hoofdmenu functies
De hoofdmenufuncties (9) worden opgeroepen met de MENU-toets. Gebruik de pijl-omlaag of de
MENU-toets om naar de onderstaande menu-items te gaan. Een knipperend onderstrepingsteken
markeert het geselecteerde menu. Gebruik de pijl-omhoog-toets om een stap terug te gaan.
Door eenmaal op MENU te drukken, wordt het hoofdmenu geopend, met een knipperende balk die de huidige keuze
aangeeft. Om de functie te selecteren, drukt u op ENTER wanneer de balk boven de huidige keuze knippert. Merk
op dat als er na 1 minuut niets wordt ingedrukt, het hoofdmenu verdwijnt en het apparaat terugkeert naar de
normale toestand. Om op elk moment terug te keren naar de opstartinstellingen, houdt u ENTER 3 seconden
ingedrukt tot u een pieptoon hoort. Het apparaat keert terug naar de Home-instelling en geeft "Back Home done"
weer. Merk op dat dit niet hetzelfde is als Herstellen naar fabrieksinstellingen.
Hieronder ziet u een tabel die laat zien welke hoofdmenu's worden geselecteerd door meerdere keren op MENU te
drukken, evenals hun functies. Merk op dat het apparaat "Done" zal weergeven, gevolgd door de bevestigde
selectie als deze correct is geselecteerd.
Omschrijving
Funktie
Wanneer ALARM AAN staat, klinkt een auditief alarm als het CO2-niveau
ALARM
overschreden wordt (afhankelijk van de ingestelde grens). Zodra ALARM is
geselecteerd (door op ENTER te drukken), gebruikt u UP of DOWN om de selectie
van AAN naar UIT te schakelen of omgekeerd. Druk nogmaals op ENTER om te
bevestigen. Een belpictogram wordt weergegeven als het alarm is ingeschakeld;
een gedempt belpictogram verschijnt op het scherm als het alarm is uitgeschakeld.
Met deze functie kan de gebruiker de real-time klok aanpassen, zodra TIME is
TIME
geselecteerd, gebruik UP en DOWN om de huidige datum en tijd aan te passen,
druk op ENTER om te bevestigen.
Met deze functie kan de gebruiker historische gegevens zien die in het logboek
LOG
zijn opgenomen. Zorg er eerst voor dat het gewenste zoomniveau is
geselecteerd voordat u deze functie inschakelt. Zodra LOG is ingeschakeld,
gebruikt u de OMHOOG en OMLAAG om tussen de tijdverdelingen te schakelen.
Druk nogmaals op ENTER om deze modus te verlaten.
Gebruik deze functie om uw apparaat te kalibreren met een CO2-niveau in de
CALI
buiten omgeving van ~ 400ppm. Selecteer deze modus, houd ENTER 3
seconden ingedrukt tot er een pieptoon klinkt en het display zal "Calibrating"
aangeven, en plaats het apparaat vervolgens 20 minuten buiten. Druk op
MENU om de functie te verlaten. Zorg ervoor dat het apparaat ver verwijderd is
van een CO2-bron, niet in direct zonlicht en niet wordt blootgesteld aan water.
4
4
6
Omschrijving
Funktion
De hoogte boven zeeniveau aanpassen. Deze functie verhoogt de nauwkeurigheid
ALTI
van de CO2-weergave. Druk op de menutoets totdat het onderstrepingsteken
onder ALTI knippert. Bevestig met ENTER. Gebruik de pijltjestoetsen om de
gewenste hoogte in te stellen 50 meter stappen en bevestig met de ENTER-toets.
De eenheid Celsius of Fahrenheit instellen voor de temperatuurweergave.
ºC/ºF
Druk op de menutoets tot de onderstreping onder C ° / ° F knippert. Bevestig
7
met ENTER. De gewenste eenheid kan worden ingesteld met de
pijltjestoetsen en bevestigd met de ENTER-toets.
Instellen van de grenswaarden. Er kunnen twee grenswaarden (LOW of HI)
ADV
-
worden ingesteld. Druk op de menuknop totdat streepje onder ADV knippert.
Omvat
Bevestig met ENTER. Gebruik de pijltjestoetsen om de LAGE of HOGE
verschillende
grenswaarde te selecteren en bevestig met de ENTER-toets. Verander de
functies
betreffende weergegeven waarde opnieuw met de pijltjestoetsen en bevestig
8
met de ENTER-toets:
Tot LAGE waarde: groene LED Vanaf LAGE waarde: gele LED
Hoge-waarde: rode LED (+ akoestisch signaal bij geactiveerde alarmfunctie)
Instellen van het datalogger-interval. Het interval kan individueel worden
-
9
ingesteld: 5/30/60/300/600 seconden. Gebruik de pijltoetsen om het datalog-
interval te selecteren en bevestig met ENTER. De weergegeven waarde kan
worden ingesteld met de pijltjestoetsen en bevestigd met ENTER.
- Reset naar fabrieksinstellingen.
6. Specificaties
Typische testomstandigheden, tenzij anders gespecificeerd:
omgeving t° = 23 +/- 3 ° C, RV = 50% -70%, hoogte = 0 ~ 100 meter
Werktemperatuur:
Opslagtemperatuur:
Verdere werk- en bewaarcondities:
CO
Meting
2
Meetbereik:
Display resolutie:
Reactietijd / opwarming:
Temperatuurmeting
Meetbereik:
Display resolutie:
Reactietijd:
Relatieve vocht meting
Meetbereik:
Display resolutie:
Energieverbruik:
Afmetingen:
Gewicht:
0°C tot 50°C (32°F tot 122°F)
-20°C tot 60°C (-4°F tot 140°F)
0-95%, niet condenserend
0-5000ppm
1ppm (0-1000); 5ppm (1000-2000); 10ppm (>2000)
<30 sec
0°C bis -50°C (32°F bis 122°F)
0.1°C (0.1°F)
<20min (63%)
5-95%
1%
160mA piek, 15mA gemiddeld bij 5.0V
120x66x33mm (4.7x2.6x1.3inch)
103g toestel zonder netstroomadapter
5