VENTILATIE
Deze functie laat toe het vermogen van de ventilators na het
afzetten van de projector aan te passen. Er bestaat de volgende
keus. (zie ook blz. 21)
L1 : Normale werking
L2 : De ventilators draaien trager en maken dus minder lawaai.
Nochtans zal de koeling langer duren.
VENTILATOR SNELHEID
Kies de snelheid van de ventilator.
Normaal : Normale snelheid.
Max
: De ventilator draait sneller dan normaal.
Kies de snelheid van de ventilator afhankelijk van de positie van de
projector.
Wanneer de projector tussen -50° en +50° naar boven projecteert,
moet men de ventilator instelling op MAX zetten.
WAARSCHUWINGEN LOGBOEK
Deze functie registreert alle waarschuwingen die de projector
geeft tijdens de werking. Er kunnen 10 waarschuwingen
verschijnen, de laatste bevindt zich bovenaan de lijst.
V V V V V Nota
• Na een Reset (standaard instelling) worden alle gegevens van
het waarschuwingen logboek gewist.
LAMP VERVANGEN
Deze functie laat toe de indicator van lampvervangtijd terug te zetten.
Na vervanging van de lamp de teller met deze functie terug op nul
zetten. (blz. 64)
Wanneer de verwachte levensduur van lamp minder wordt dan
100 uren, verschijnt een waarschuwingspictogram op het scherm
om aan te geven dat het einde van de lamp nadert.
V V V V V Nota
• Deze waarschuwingspictogrammen verschijnen niet indien de
display functie op "Uit" staat (blz. 47) of tijdens een "Picture
Freeze" (blz. 27) of "No Show" (blz. 28).
VENTILATIE
Lamp vervangen pictogram
Dit pictogram verschijnt wanneer het einde van de
levensduur van de lamp nadert.
V V V V V Nota
• Dit pictogram verschijnt eveneens bij het aanzetten van
de projector en bij het omschakelen van een ingang.
INSTELLING
55