SCHERM
A
Hold-indicatie
B
NCV-indicatie
C
Indicatie testmodus diode
D
Indicatie testmodus continuïteit
E
Indicatie automatische uitschakeling
F
mV-eenheidsindicatie
G
DC-indicatie
H
AC-indicatie
I
µA/mA-eenheidsindicatie
J
MΩ/kΩ-eenheidsindicatie
K
Hoofdregel scherm
L
Lage-batterij-indicatie
VEILIGHEID
Lees eerst de veiligheidsinstructies in het aparte boekje dat
meegeleverd wordt met het apparaat.
· Overschrijd de 600 V niet bij metingen van categorie III.
· Voor alle DC-functies: gebruik eerst de AC-functie om de
aanwezigheid van wisselspanning te bevestigen en het risico
op elektrocutie door onjuiste metingen te vermijden. Kies
vervolgens een gelijkspanningsbereik dat gelijk is aan of
groter dan de wisselspanning.
· De ingangswaarde mag de ingangslimiet voor elk bereik niet
overschrijden, om schade aan het instrument te voorkomen.
· Voor u schakelt met de functiebereikschakelaar, moeten de
sondes worden gescheiden van het te testen circuit.
OPMERKING
Als u het apparaat in de buurt van grote elektromagnetische
storingen gebruikt, kan de aflezing van het instrument onsta-
biel zijn. Er kan dan een grote fout optreden.
BATTERIJ
Dit apparaat gebruikt 2x AAA-batterijen.
OPMERKING
Verwijder de batterij als u het apparaat lange tijd niet
gebruikt. En bewaar deze niet op een plaats met een hoge
temperatuur en vochtigheid.
EERSTE GEBRUIK
Verwijder alle beschermfolies.
BATTERIJ PLAATSEN
· Draai de schroef los en open het batterijklepje.
· Plaats 2x AAA-batterijen en let daarbij op de polariteit.
· Sluit het batterijklepje en schroef het weer vast.
3