5.2.
Werking met RFID kaartlezer
Laden starten
1. Het laadstation is beschikbaar en niet in gebruik.
2. Verbindt het laadstation met het voertuig d.m.v. de laadkabel .
a. Open de oplaadpoort van uw auto.
b. Verbindt de laadkabel met de auto.
c. De LED kleurt geel bij een juiste verbinding met de auto.
Let op: Mocht u eerst stap 3 uitvoeren, dan zal het laadstation ook een
LED kleur geel aanduiden en zal na het verbinden van de laadkabel
een lichtblauwe LED gepresenteerd worden.
3. Presenteer de RFID-sleutel voor de kaartlezer (de kaartlezer is aangegeven met het
RFID -symbool aan de voorzijde van het laadstation ).
a. De buzzer zal een geluid produceren nadat de sleutel voor de kaartlezer gehouden
wordt.
b. De LED knippert eenmalig en kleurt lichtblauw bij een geautoriseerde pas.
c. Als de pas niet wordt geaccepteerd knippert de LED eenmalig rood.
4. Het laden zal na autorisatie van de laadpas automatisch starten.
a. De LED kleurt blauw.
b. De auto wordt opgeladen.
Handleiding (versie 1.1.0) - NL
35