INSTALLATEUR INSTELLING
150
Zonnethermisch systeem - Zonnecollector werking gebied
Zonnethermisch systeem - Zonnetank temp. limiet
Solathermisch systeem - Solathermisch dT
In principe start de zonnepomp als de Collectortemperatuur (TB_SENSOR/SOLAR) hoger is dan
de temperatuur onderin het warmwatertoestel (CN_TH4/WATER TANK SENSOR(B)). Standaard
start de pomp als de collector 8 graden warmer is en stopt hij als het nog maar 2 graden warmer
is. Dit komt omdat er wat warmteverlies kan worden verwacht op weg van het dak naar de
technische ruimte.
Bovendien wordt de pomp uitgeschakeld wanneer de collector of de tank de maximumtemperatuur
bereikt. De waarden kunnen worden aangepast aan de plaatselijke omstandigheden.
Zonnepomp
Aan
Uit
Verlaten
B
C
D
A
A) Zonnethermisch systeem - Zonnecollector werking gebied - Min.
B) Zonnethermisch systeem - Zonnecollector werking gebied - Max.
C) Zonnethermisch systeem - Zonnetank temp-limiet - Max
D) Gewenste temperatuur sanitair water (Gebruikersinstelling)
Nr.
1
Zonnepomp start, omdat Collectortemp. is acht graden warmer dan de tank
2
Zonnepomp stopt, omdat Collectortemp. is slechts twee graden warmer.
Na een bewolkte periode is de Collectortemp. staat weer op. Zonnepomp start, omdat
3
Collectortemp. is weer acht graden warmer dan de tank.
De collector is nog steeds vijf graden warmer, maar de pomp stopt omdat de tank zijn
4
maximumtemperatuur van 80 °C heeft bereikt.
5
s Avonds daalt de temperatuur van de tank door het verbruik.
De warmtepomp verwarmt de warmwatertank opnieuw tot het instelpunt van 50 °C,
6
omdat de collector niet warm genoeg is.
De volgende ochtend start de Solar pomp, omdat de Collectortemp. is acht graden
7
warmer dan de tank.
De collector heeft zijn maximumtemperatuur van 135°C bereikt. De pomp stopt.
8
De zonnevloeistof in de collector verdampt en duwt de vloeistof in de leidingen.
Het zonnestelsel staat stil.
2
3
4
1
7
8
5
6
Gebeurtenis
Tijd
135 °C
80 °C
50 °C
1 0 °C
Tijd