5.1.13.5 Pulsen in up-/downslope
Selecteren
Systeeminstellingen
Proces
5.1.14 Lastoorts (bedieningsvarianten)
5.1.14.1 Lastoortsmodus
De bedieningselementen (branderknoppen of tuimelschakelaars) en hun functie kunnen individueel
worden aangepast aan de verschillende brandermodi. Tot de gebruiker staan maximaal zes modi ter
beschikking. De functiemogelijkheden worden beschreven in de tabellen voor de overeenkomstige
brandertypes.
Verklaring van de symbolen lastoorts:
Symbool
BRT 1, 2
UP
DOWN
Alleen de genoemde modi zijn zinvol voor de verschillende toortstypes.
Systeeminstellingen
Lastoorts
Toortsmodus
Lastoorts met een toortsknop
Functie
Lasstroom Aan / Uit
Daalstroom (bij 4--takt- werkwijze)
099-00L200-EW505
14.2.2023
Pulsen in up-/downslope
Beschrijving
Toortsknop indrukken
Toortsknop licht aanraken
Toortsknop licht aanraken en vervolgens indrukken
Toortsknop 1 of 2
Toortsknop UP - Waarde verhogen
Toortsknop DOWN - Waarde verminderen
Beschrijving van de werking
Afbeelding 5-27
Afbeelding 5-28
TIG-lassen
Bediening
Modus
BRT 1
1
55