Schakelklokken
5.1 Algemeen
De masterklok synchroniseert de slave-klokken. Stelt u een schakelklok in op slave in plaats van op aan, dan
zijn de tijdstippen gerelateerd aan de masterklok. Daarna kunt u de begin- en eindtijdstippen lokaal, per
klok, corrigeren.
5.2 Standaardklok en Masterklok
De Standaardklok schakelt op basis van eigen, lokale tijdstippen, welke niet gekoppeld zijn aan een
tijdschema; De Masterklok gebruikt tijdschema's. De tijdstippen zijn gekoppeld aan een tijdschema.
Standaard klok
Het aantal periodes en de tijdstippen worden lokaal (in het scherm zelf) ingesteld.
Masterklok
Vast tijdschemanummer
Zowel het aantal perioden als ook de periodetijdstippen kunt u niet lokaal wijzigen.
Deze instellingen zijn kopieën van het ingegeven schema-nummer (tijd-, licht- of
doseerschema). U kunt kiezen uit maximaal zes verschillende schema's
Zowel het aantal perioden als de periodetijdstippen kunt u niet lokaal wijzigen.
Deze instellingen zijn kopieën van het actuele schemanummer uit de groeicurve
(tijd-, licht- of doseer-schema). Hebt u bij Schema in de groeicurve geen ingesteld,
dan worden weer de lokale tijdstippen gebruikt.
Masterklok
Standaardklok (niet gekoppeld aan tijdschemanummer)
CLK-20-I-NL02060
Voor een schakelklok kunt u maximaal 24 perioden instellen. De
tijdstippen moeten opeenvolgend zijn en het verschil tussen twee
tijdstippen is minimaal 1 minuut. Gebruikt u een groeicurve (groeicurve
schema) dan kunt u, afhankelijk van de leeftijd van de dieren,
automatisch een ander schema activeren. U kunt de schakelklok
koppelen aan een masterklok.
Variabel tijdschemanummer
Met vast tijdschemanummer
5. Schakelklokken
Met variabel tijdschemanummer
7